Het molecuulmodel voor geuren

Het ruiken van moleculen
1 / 50
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het ruiken van moleculen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent het molecuulmodel
  • Je weet de betekenis van de woorden: molecuul, binding, verbinding, atoom.
  • Je herkent stoffen
  • Je herkent aan een molecuul wanneer deze ontleedbaar is en wanneer deze niet-ontleedbaar is.
  • Je kent de basis molecuulformules

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

het volgende filmpje is van het gas koolstofdioxide
s = solid = vaste stof
l = liqiud = vloeistof
g = gas = gas

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De aantrekking tussen moleculen onderling noemen we vanderwaalskrachten.

Slide 8 - Slide

Een ander woord voor molecuul is verbinding.

In het Engels: compound 

Tussen de waterstofatomen (wit) en het zuurstofatoom (rood) zitten bindingen.
Let dus op het verschil tussen de woorden binding en verbinding

Slide 9 - Slide


Tussen de waterstofatomen (wit) en het koolstofatoom (zwart) zitten bindingen.
Let op het verschil tussen de woorden binding en verbinding
(deze moleculen zitten in aardgas)

Slide 10 - Slide


Tussen de zuurstofatomen (rood) zitten bindingen.
Let dus op het verschil tussen de woorden binding en verbinding
Let op! Bij een binding tussen twee zuurstofatomen onderling ontstaat:
de stof zuurstof = de verbinding zuurstof

In de natuur komt zuurstof enkel in deze vorm (dus als verbinding) voor 

Slide 11 - Slide

Let op! Bij een binding tussen waterstofatomen ontstaat de stof waterstof = de verbinding waterstof

In de natuur komt waterstof dus enkel in deze vorm (H2) voor 
Let op! Bij een binding tussen twee waterstofatomen onderling ontstaat:
de stof waterstof = de verbinding waterstof

In de natuur komt waterstof enkel in deze vorm (dus als verbinding) voor 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

naam atoomsoort            symbool

zuurstof                                O
waterstof                              H
O
H
H
zie boven

Slide 14 - Slide

naam atoomsoort            symbool

zuurstof                                O
waterstof                              H
O
H
H
zie boven

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

rechtonder de
H staat een 2
3 want drie watermoleculen.

Slide 17 - Slide

Hoe geef je de drie watermoleculen weer in molecuulformules ?
Hoe geef je in formules aan dat er drie watermoleculen zijn?
A
3H2O
B
H2O3
C
H6O3
D
3h2o

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

zie figuur

Zuivere stof of mengsel ?
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 20 - Quiz


Zuivere stof of mengsel ?
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 21 - Quiz


Zuivere stof of mengsel ?
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Welke atoomsoorten zie je hier ?
A
zuurstof, waterstof en koolstof atomen
B
zuurstof, koolstof en stikstof atomen
C
zwavel, waterstof en zuurstof atomen
D
zuurstof, zwavel en koolstof atomen

Slide 25 - Quiz

goed gedan !

Slide 26 - Slide

Hoeveel atomen tel je hier ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 27 - Quiz

Hoeveel soorten stoffen tel je hier ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 28 - Quiz

Hoeveel verbindingen tel je hier ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 29 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 30 - Quiz

Hoeveel bindingen tel je hier ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

onteleedbaar of niet-ontleedbaar ?
Een ontleedbare stof: 
              bestaat uit twee of meer verschillende soorten atomen


Een niet-ontleedbare stof:
                                     bestaat uit één soort atomen

Slide 33 - Slide

Hoeveel ontleedbare verbindingen tel je hier ?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 34 - Quiz

uitleg:
Deze drie stoffen:
- Stikstof (N2) blauw
- Zuurstof (O2) rood
- Waterstof (H2) wit

Komen in de natuur enkel als als verbinding tussen twee atomen voor. Stoffen die uit dezelfde soort atomen bestaan zijn niet-ontleedbaar. dus antwoord A: 0 stoffen.

Slide 35 - Slide

Hoeveel verschillende stoffen tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 36 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz

Hoeveel soorten ontleedbare verbindingen tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 39 - Quiz

Hoeveel soorten ontleedbare stoffen tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 40 - Quiz

Welk bekend gasmengsel wordt hier uitgebeeld ?
A
zuurstof (g)
B
stikstof (g)
C
drijfgas (g)
D
lucht (g)

Slide 41 - Quiz

Wat is de naam van de blauwe verbindingen in dit mengsel ?
A
zuurstof (g)
B
stikstof (g)
C
drijfgas (g)
D
lucht (g)

Slide 42 - Quiz

Hoeveel watermoleculen tel je hier ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

Geef de namen van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.
A
methaan en zuurstof
B
metaan en zuurstof
C
koolwaterstof en zuurstof
D
koolstofdioxodide en zuurstof

Slide 44 - Quiz

Geef de molecuulformules van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.
(Gebruik de tabel uit H2.1)
A
CH4O2
B
CH4,  O2
C
CH4,  H2
D
HC4,  O2

Slide 45 - Quiz

als laatste vragen....
Ik vond deze interactieve opdracht nuttig
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

als ik deze opdracht nogmaals maak haal ik een nog veel betere score
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Ik weet het verschil tussen een binding en een verbinding
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Ik weet het verschil tussen een ontleedbare stof en een niet-ontleedbare stof.
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll

Wat zou je de komende lessen nog willen leren ?

Slide 50 - Open question