BS 3 Het voortplantingsstelsel van een man

Het voortplantingsstelsel van een man
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het voortplantingsstelsel van een man
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
Voorkennis ophalen bs1 + bs2
uitleg bs: de man 
Fact check 
Opdrachten maken 
Exit Ticket

Slide 2 - Slide

Leerdoel


1. Je leert de onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man.

2. Je leert de functies en de kenmerken van het voortplantingsorgaan van de man

3. Je leert hoe een zaadlozing plaatsvindt.




Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er in de puberteit?
A
geestelijke en lichamelijke veranderingen
B
nog niets, alleen na je 18e jaar verander je

Slide 4 - Quiz

Is het krijgen van borsten een primair of secundaire geslachtskenmerk?
A
primair
B
secundair

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je geslachtscellen van een vrouw?
A
zaadcel
B
eicel
C
lichaamscel
D
embryo

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

In de pubertijd beginnen je voortplantingsorganen te werken.
Een jongen krijgt zijn eerste zaadlozing.
De voortplantingsorganen samen noem je het voortplantingsstelsel.

Voorplantingsstelsel 
van de man (schematisch)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Funcies en kenmerken
Leguit en controleer!
Urinebuis: Bij een zaadlozing komt het sperma door de urine naar buiten.
De urinebuis voert ook urine af.
1
Urineblaas. Hierin wordt urine tijdelijk opgeslagen
4
Eikel. Dit is de top van de penis. Deze is erg gevoelig. Aanraken van de eikel is vaak een prikkel waardoor een man opgewonden wordt.
De eikel is bedekt met een dunne huidplooi, de voorhuid.
2
Voorhuid. Een dunne huidplooi over de eikel. 
De huid kan over de eikel worden teruggetrokken
3
Zaadblaasje. Geeft vocht af aan de zaadcellen die in de zaadleiders zitten
5

Slide 11 - Slide

Funcies en kenmerken
leguit en controleer!
Teelbal: begint te werken als een jongen ongeveer 13 jaar is.
Ze liggen in de balzak.
8
Teelbal: 
Produceert elke dag miljoenen zaadcellen (spermacellen). Dit zijn de mannelijke geslachtscellen. 
8
Bijballen (liggen in de balzak)
De zaadcellen worden hier tijdelijk opgeslagen.
Balzak.
De temperatuur is iets lager dan de temperatuur in de buikholte. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.
9
Spermacel. Deze heeft een zweepstaart waarmee hij zich kan voortbewegen. Een man kan tot op hoge leeftijd zaadcellen produceren 
Zaadleiders. Deze vervoeren de zaadcellen. 
Bij de prostaat komen ze uit in de urinebuis.
7
Prostaat. Samen met de zaadblaasjes voegt de prostaat vocht toe aan de zaadcellen. Dat vocht bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen.
Vocht + zaadcellen = sperma
6

Slide 12 - Slide

De penis
- Tussen de voorhuid en de eikel kan een ontsteking ontstaan. 
- Daarom maakt een jongen of man elke dag de voorhuid en eikel schoon. 
- De voorhuid schuift hij dan even terug zodat de eikel afgespoeld kan worden.

Soms wordt de voorhuid weggesneden, dat noem je besnijden. 
-> Godsdienst
Voorhuid - Besnijdenis

Slide 13 - Slide

Erectie
-Zwellichamen vullen zich met bloed.

Slide 14 - Slide

Zaadlozing
Een zaadlozing geeft een man een lekker gevoel. Je noemt dat klaarkomen of het krijgen van een orgasme.

Als een jongen er zelf voor zorgt dat hij klaarkomt, noem je dat zelfbevrediging of masturbatie
Gemiddeld krijgt een jongen op rond de leeftijd van 13 zijn eerste zaadlozing
Sommige jongens krijgen hun eerste zaadlozing 
als ze 11 jaar zijn, anderen als ze 18 jaar zijn.

Slide 15 - Slide

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 16 - Quiz


nr 1 en 2
A
1: urineleider 2: eikel
B
1: urinebuis 2: eikel
C
1: urineleider 2: urineblaas
D
1: urinebuis 2: voorhuid

Slide 17 - Quiz


nr 3 en 4
A
3: voorhuid 4: prostaat
B
3: eikel 4: urineblaas
C
3: eikel 4: prostaat
D
3: voorhuid 4: urineblaas

Slide 18 - Quiz

opdrachten maken
Maken: bs 3 opdrachten 1,2 en 3
+: 4
*: 5 
Samenvatting 
bs1 + bs2 + bs3

kiezen: 
- verhaaltje
- blauwe woorden
- tekening

Slide 19 - Slide

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 20 - Quiz


In de penis zitten spieren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 22 - Quiz


Met welk nummer is het deel aangegeven dat de penis in erectie brengt?
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 5
D
nummer 6

Slide 23 - Quiz