Paragraaf 1.2 Part 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Unit 1 Lesson 2: goals

Je begrijpt het meervoud in het Engels, en persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden!

Grammar: Meervoud +  Persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden

HOMEWORK

Let's check your homework!

MEERVOUD

Meervoud

Grammar - meervoud

• Meervoud is wanneer er ergens 2 of meer van zijn - bv.             1 auto - 3 auto's
  
  
• Basisregel: in het Engels plak je de -s eraan vast, dus:               1 car - 3 cars

Uitzonderingen Meervoud

• Eindigt een woord op een sis-klank (s/ch/sh/x) dan komt er   -es achter, dus: 1 church - 4 churches
• Eindigt een woord op een -y dan verandert het meervoud in -ies, dus: 1 lady - 3 ladies
  
• Eindigt een woord op een -o, dan maak je het meervoud door -es, dus: 1 tomato - 6 tomatoes
  
• Eindigt een woord op een -f klank, dan wordt het meervoud -ves, dus: 1 half - 8 halves
  

Vul in:
boy - ....

Vul in:
dog - ....

Vul in:
wolf - ....

Vul in:
box - ....

Vul in:
baby - ....

Vul in:
potato - ....

Practice

Wat?	Paragraaf 1.2 Opdracht 6 t/m 8
Hoe?	In de online methode
Met wie?	Alleen
Tijd?	10 minuten
Hulp?	Steek je hand op.
Klaar? HW	Ex. 12 t/m 15

Personal pronouns 

Personal pronouns

Maak deze zin af:
Personal pronouns...

1. vertellen iets over de uitspraak van woorden
2. verwijzen naar mensen dieren of dingen
3. verwijzen nooit naar dieren of dingen
4. gebruik je om bezit aan te geven

Personal Pronouns

I

You

She

We

You

They

He

It

Jij/je

Wij/we

Zij/ze

Ik

Jullie

Hij

Zij

Het

Which of these words is a personal pronoun?

1. Orange
2. you
3. car
4. blue

Pick a personal pronoun:
... is cold outside.

1. He
2. We
3. She
4. It

A personal pronoun:
.... are very good friends. (wij)

1. he
2. they
3. you
4. we

Kies de juiste personal pronoun

..... is sitting in the garden

1. She
2. Him

Choose the correct personal pronoun:

_____ is from London. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

A personal pronoun:
... is from Curacao. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

Kies de juiste personal pronoun

..... is sitting in the garden

1. She
2. Him

A personal pronoun:
... is from Curacao. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

A personal pronoun:
... like school. (ik)

1. i
2. I
3. you
4. we