Hoeveel geld heb jij later nodig?

Back to the future!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Back to the future!

Slide 1 - Slide

Waarschijnlijk heeft niemand van ons een glazen bol om de toekomst te voorspellen. Toch gaan we proberen een beetje in onze eigen toekomst te kijken. Dat klink heel zweverig, maar we gaan het vandaag lekker praktisch houden. 
Later woon ik...
In een appartement
In een tussenwoning
In een hoekwoning
In een twee-onder-een-kapwoning
In een vrijstaande woning

Slide 2 - Poll

Wees voor deze vraag even reëel: in wat voor woning zie jij jezelf later wonen? Is dit een luxe villa, of zit je later in een appartement?

Bespreek de antwoorden: waarom een hoekwoning? Waarom een tweekapper en geen vrijstaande woning?
Mijn woning ga ik...
Kopen
Huren

Slide 3 - Poll

Zo'n huis moet natuurlijk betaald worden. Daarin heb je eigenlijk maar twee keuzes: kopen of huren. Welke student huurt of wiens ouders huren een woning? En bij wie is dit een koopwoning? Hebben jullie het hier thuis wel eens over? Hoe gaan die gesprekken? Wat zeggen je ouders/verzorgers daarover? Hoe sta jij hierin?

Ga het gesprek aan met de studenten, laat ze desnoods discussiëren over of het beter is om te huren of te kopen. 
Een huis kopen
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Voor deze opdracht gaan we er even vanuit dat jij een huis gaat kopen: dat is voor deze opdracht net even iets makkelijker. 

Ga op Funda.nl (of de app) op zoek naar een woning waar jij jezelf wel ziet wonen. Wees hierin opnieuw reëel: kijk naar de stijl van de woning, de grootte, de inrichting, maar ook zeker naar de plaats. 

Op het werkblad dat je krijgt, kan je de vraagprijs van deze woning noteren. Wacht nog even met het verder invullen van dit werkblad, dit doen we stapsgewijs. Je krijgt hiervoor 5 minuten de tijd. 
De woning die ik heb gevonden kost...
€200.000 tot €300.000
€300.000 tot €400.000
€400.000 tot €500.000
€500.000 tot €600.000
€600.000 of meer

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Salaris

Slide 6 - Slide

Zo'n huis, maar ook de rest van je bezittingen, boodschappen, hobby's, zorg, verzekeringen en nog veel meer moet worden betaald. Daarvoor heb jij inkomen, loon of salaris nodig. Voor deze opdracht gaan we er even vanuit dat jij kapper, haarstylist of salonmanager wordt.
Wie van jullie heeft, voordat hij of zij zich aanmeldde voor de opleiding, gekeken hoeveel die later in dit vak zou gaan verdienen?
Dat gaan we nu alsnog even doen. De meeste bedrijven in Nederland betalen werknemers uit conform cao. 'Conform' betekent 'gelijk aan' en 'cao' staat voor collectieve arbeidsovereenkomsten. Kortom: afspraken die zijn gemaakt tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties (of vakbonden). In de cao vind je jouw rechten, maar ook jouw plichten als - in dit geval - medewerker van de kappersbranche. Denk aan recht op vrije dagen en vakanties, maximaal aantal te werken uren op een dag, maar ook wat je minimaal moet verdienen. Om even terug te komen op het 'salaris conform cao': het loon is gelijk aan de cao. Maar hoeveel is dat nou eigenlijk? Dat gaan we even samen opzoeken. 

Zoek de cao voor de desbetreffende branche op internet op, doe dit klassikaal.

Laat de studenten, nadat je hun salaristabellen hebt laten zien, een reëel bedrag invullen bij hun toekomstige salaris: reële schaal, een trede ergens midden in deze schaal en laat ze rekening houden met het aantal dagen dat ze willen werken (3 dagen = 60% van weergegeven salaris, 4 dagen = 80%, etc.)

En nu van jouw geliefde!

Slide 7 - Slide

Misschien heb jij al een partner, misschien ben je druk op zoek of wellicht heb jij helemaal geen plannen om op korte termijn (of überhaupt) te gaan samenwonen met iemand. Als jij wel van plan bent later met iemand te gaan samenwonen, zullen jullie waarschijnlijk met elkaar de kosten delen: dus ook van jullie woning. Het is daarom handig dat we gaan uitzoeken wat jouw vriend/vriendin verdient of gaat verdienen. 

Vertel de studenten dat het hier om een schatting gaat: reële schaal, reële trede, fulltime of parttime? 
Bruto en netto

Slide 8 - Slide

Wanneer werkende mensen praten over salaris, hebben zij het doorgaans over het brutosalaris. Dit brutosalaris is iets anders dan dat jij aan het einde van je maand op je rekening gestort krijgt. Zie het zo: het brutosalaris is dat wat je werkgever moet betalen om jou in dienst te hebben. Van dit bedrag wordt een hoop ingehouden: loonheffing, pensioengeld, premies, etc. Wanneer dit bedrag van het brutobedrag is afgehaald, houd je het nettobedrag over. Dit nettobedrag zie jij aan het einde van de maand op je rekening gestort worden. 

Alle dingen die jij moet betalen (abonnementen, boodschappen, verzekeringen, enz.) moet jij betalen van je nettosalaris. Bereken daarom op het werkblad wat jullie gezamenlijke nettosalaris per maand is. 
Ons gezamenlijke netto-inkomen is later...
€1000,- tot €2000,- per maand
€2000,- tot €3000,- per maand
€3000,- tot €4000,- per maand
€4000,- tot €5000,- per maand
€5000,- of meer per maand

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Hypotheek

Slide 10 - Slide

Een 'hypothecaire lening', of in de volksmond een hypotheek, is een lening die je afsluit bij een bank voor de aankoop van een woning. De meeste mensen hebben niet voldoende eigen geld om in een keer een woning kunnen kopen, dus lenen zij dit bedrag bij een bank. 

De meeste mensen kiezen ervoor om hun hypotheek binnen 30 jaar terug te betalen. Dit is ook de maximale looptijd van een hypotheek. Over het openstaande bedrag van je lening betaal je per jaar een bedrag aan rente, dat per maand, samen met je hypotheekbedrag, van je rekening wordt afgeschreven.

Vraag de studenten naar het bedrag dat zij hebben ingevuld voor hun woning, bij vraag 1 op hun werkblad. Stel ze de vervolgvraag hoeveel zij denken af te moeten dragen aan hypotheek per maand. Geef desnoods (als je dit wil) aan hoe jouw financiële situatie eruitziet: geleende bedrag aan hypotheek en maandelijkse kosten. 
Rekenen maar!

Slide 11 - Slide

Dan zijn er nog veel meer zaken die je later zult moeten betalen. Ook dit gaan jullie zelf berekenen op het werkblad. Een paar handvatten:
  • Een kind kost gemiddeld zo'n €250,- per maand: wil jij drie kinderen? = €750,-
  • Een auto kost gemiddeld €340,- tot €675,- per maand. Wij houden het even laag aan: €400,- per maand. Allebei één auto? = €800,-
    Dit is dan nog niet eens de aanschaf van je auto, maar de vaste en variabele kosten: wegenbelasting, verzekeringen, vaste afschrijving (auto wordt minder waard)en onderhoud.
  • Jij hebt ongetwijfeld een telefoonabonnement of een sim-only-abonnement. Vul dat bedrag in.
  • Het boodschappenbedrag is een ruime schatting en afhankelijk van je situatie. Op de opdracht staan twee bedragen ter indicatie. Bij het bedrag dat je bij 'kinderen' hebt ingevuld, zijn de boodschappen al meegerekend. Daarom staat het bedrag voor twee personen al ingevuld in de berekening.
Kunnen wij dit betalen?

Slide 12 - Slide

We hebben nog lang niet alle vaste lasten berekend: zo moet je je woning en je bezittingen verzekeren, je wil waarschijnlijk nog een tv- en internetabonnement, stromend water uit de kraan en douche, elektriciteit en misschien gas. Ondanks dat gaan we nu even een snelle berekening maken, om te checken of jij en je partner genoeg verdienen om dat mooie huis van jullie te kunnen kopen:

Typ op een rekenmachine het groene bedrag (netto maandsalaris) in. Dat is alles wat er bij jullie op de rekening wordt gestort en waarmee je alles moet betalen. Haal van dit bedrag de twee rode bedragen af (hypotheek en vaste lasten).

Houd je over? Hoeveel? Is dit genoeg om nog een beetje te kunnen sparen, voor het geval de auto of de wasmachine kapot gaat en om op vakantie te kunnen gaan? Laat de studenten hun bevindingen met elkaar delen. 

Slide 13 - Video

Houd jij voldoende over? Heel fijn! Kom je (flink) geld tekort? Dan kan je altijd nog het advies van meneer De Jonge opvolgen!

Geintje natuurlijk! In principe zou je twee dingen kunnen doen: je afvragen op welke manier jij en je partner meer geld zouden kunnen verdienen, of je wensen omtrent wonen bijstellen.