§1.2 en §1.3 Flip the classroom (20 min)
‘Sommigen die bidden, sommigen die strijden en sommigen die werken’ (Adalbero, elfde eeuw)
Verdeelde maatschappij in drie groepen standentheorie
1. De geestelijkheid: de ‘bidders’
Twee geestelijke groepen:
De reguliere geestelijkheid (monniken): monniken en nonnen hadden kloostergeloften afgelegd en er waren verschillende kloosterorden: de orde der benedictijnen en de orde der cisterciënzers, in de dertiende eeuw ontstonden de dominicanen en franciscanen
De seculiere geestelijkheid (paus, bisschoppen, pastoors): verrichten de zielzorg voor gelovigen
Iedereen moest het ‘ware’ geloof aanhangen, deed je dat niet, dan was je een ketter en werd je vervolgd
Vormgever christendom in de middeleeuwen: filosoof Augustinus van Hippo, later kerkvader Sint Augustinus
Het christendom van de middeleeuwen:
Alleen het christendom en zijn kerk kenden de waarheid,
Er bestonden twee rijken: een aards rijk en een hemels rijk
Geen dualiteit tussen goed en kwaad, maar slechts de eenheid van een enige en goede God
God bestond uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest triniteitsleer (het zijn van meerdere entiteiten in één entiteit)
De mens leefde in het besef van de erfzonde, namelijk Adams zondeval, en kon hier alleen van verlost worden door de kruisdood van Christus