Rekenen

Samenvatting hoofdstuk 5
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samenvatting hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

Herhaling hoofdstuk 5 
Bekijk de volgende dia's om van H5 de theorie te herhalen.

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Marketing
  • = alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen
  • Voorbeelden?


Slide 4 - Slide

Afzet en Omzet (herhaling)
Afzet= aantal producten dat je verkoopt.

Omzet= afzet x verkoopprijs

Slide 5 - Slide

Inkoop en verkoopprijs
Inkoopprijs: is de prijs die bv een winkelier voor een product betaalt.
Verkoopprijs: is de prijs waarvoor een winkelier een product verkoopt.
Verkoopprijs= inkoopprijs + brutowinstopslag

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Btw-berekenen (overnemen)
  • percentage : 100 x verkoopprijs =  Btw
  • Stel de btw bedraagt 21%. De verkoopprijs bedraagt € 10. Bereken de btw.
  • 21:100 x € 10 = € 2,10
  • Je koopt een brood. De verkoopprijs bedraagt € 1,60. Bereken de btw.
  • 9:100 x € 1,60 = € 0,14

Slide 8 - Slide

Consumentenprijs berekenen (1)
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een pinkpopkaartje bedraagt € 220 . De btw bedraagt 21%.
  • Bereken de consumentenprijs
  1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 220 = € 46,20
  2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 220 + € 46,20 = € 266,20

Slide 9 - Slide

Inkoopwaarde
Een winkelier moet producten inkopen. Het bedrag dat betaald wordt voor het product noemt men inkoopwaarde. 

( Aantal verkochte producten x Inkoopprijs )

Slide 10 - Slide

Brutowinst
Het verschil tussen verkoopopbrengst (omzet) en inkoopwaarde noem je brutowinst.

( Omzet - Inkoopwaarde )

Slide 11 - Slide

Bedrijfskosten
De bedrijfskosten zijn de kosten die gemaakt worden voor het opbrengen van omzet.

(Loonkosten, onderhoudskosten, schoonmaakkosten, energiekosten, etc, ... )



Slide 12 - Slide

Berekening:
Omzet
Inkoopwaarde-
Brutowinst
Bedrijskosten-
Netto winst/verlies


Slide 13 - Slide

Meerkeuzevragen!

Slide 14 - Slide

Wat is de woningmarkt ?
A
De vraag naar woningen
B
De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
C
Het totale aanbod van woningen
D
De vraag naar woningen en het aanbod van woningen

Slide 15 - Quiz

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod ?

"Je oude laptop is te traag geworden en je gaat een nieuwe kopen"
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 16 - Quiz

Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen noem je ..
A
Promotie
B
Reclame
C
Adverteren
D
Marketing

Slide 17 - Quiz

Wat is omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Inkoopprijs : verkoopprijs
C
Afzet x verkoopprijs
D
Afzet : verkoopprijs

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de verkoopprijs?
A
verkoopprijs = inkoopprijs - opslag
B
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
C
verkoopprijs = brutowinstopslag - inkoopprijs

Slide 19 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 20 - Quiz

Inkoopprijs + .... = verkoopprijs
A
btw
B
brutowinst
C
bedrijfskosten
D
nettowinst

Slide 21 - Quiz

is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 22 - Quiz

een winkelier ontvangt voor zijn producten:
A
de inkoopprijs inclusief BTW
B
de verkoopprijs exclusief BTW
C
de verkoopprijs inclusief BTW
D
de inkoopprijs exclusief BTW

Slide 23 - Quiz

Hoe bereken je de Brutowinst?
A
nettowinst - bedrijfskosten
B
omzet - inkoopprijs
C
afzet x prijs
D
bedrijfskosten - inkoopprijs

Slide 24 - Quiz

Hoe bereken we de nettowinst?
A
Omzet - bedrijfskosten = nettowinst
B
Omzet - inkoopkosten = nettowinst
C
Brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst
D
Brutowinst - inkoopkosten = nettowinst

Slide 25 - Quiz

Brutowinst is €500,- Mijn bedrijfskosten zijn €300,-
Nettowinst = ...
A
€800,-
B
- €200,-
C
€200,-

Slide 26 - Quiz

Aan de slag!
Neem voor je blz. 46 & 47 maak deze twee bladzijden en laat met een foto via Teams zien dat je ze gemaakt hebt.

Slide 27 - Slide