What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1HV articles et pays
1HVB
mercredi le 29 mai
- le mot du jour
- grammaire II
- les pays
- tâche de la semaine
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1HVB
mercredi le 29 mai
- le mot du jour
- grammaire II
- les pays
- tâche de la semaine
Slide 1 - Slide
le mot du jour
Il y a beaucoup de
montagnes
en Suisse.
Slide 2 - Slide
le mot du jour
Il y a beaucoup de
montagnes
en Suisse.
= bergen
Slide 3 - Slide
les articles
van + lidwoord
aan, in, op, naar + lidwoord
in, naar + landen
Slide 4 - Slide
van + lidwoord
DE + mannelijk lidwoord LE
La couleur
du
drapeau est orange.
(DE + LE => DU)
Slide 5 - Slide
van + lidwoord
DE + klinkerregel L'
La piscine
de l
'hôtel est grande.
Slide 6 - Slide
van + lidwoord
DE + meervoudslidwoord LES
Les notes
des
élèves sont super!
(DE + LES => DES)
Slide 7 - Slide
van de, van het
DU (mannelijk)
DE LA (vrouwelijk)
DE L' (klinkerregel)
DES (meervoud)
Slide 8 - Slide
Tu sais le nom ... directrice?
VAN DE
Slide 9 - Open question
Quel est le prix ... bonbons?
VAN DE
Slide 10 - Open question
Quel est l'adresse ... école?
Slide 11 - Open question
AAN, IN, OP, NAAR
+ lidwoord
Je vais à la cantine pour acheter des bonbons.
Slide 12 - Slide
aan, in, op, naar + lidwoord
à + mannelijk lidwoord LE => au
à + vrouwelijk lidwoord LA => à la
à + klinkerregel L' => à l'
à + meervoud LES => aux
Slide 13 - Slide
Je donne un stylo ... fille.
AAN HET
Slide 14 - Open question
Tu vas en vacances ... hôtel?
IN HET
Slide 15 - Open question
Le prof explique
la grammaire ... élèves. AAN DE
Slide 16 - Open question
van de/het
DU (mannelijk)
DE LA (vrouwelijk)
DE L' (klinkerregel)
DES (meervoud)
naar, in, op, aan de/het
AU (mannelijk)
À LA (vrouwelijk)
À L' (klinkerregel)
AUX (meervoud)
Slide 17 - Slide
CHOISISSEZ
Choisissez l'article correct dans la phrase.
Kies het juiste lidwoord in de zin.
Vertaal eerst welk woord je nodig hebt:
VAN of NAAR /IN/OP/AAN
(DE) (À)
Slide 18 - Slide
Le chien ... garçon s'appelle Ober.
A
du
B
de la
C
au
D
à la
Slide 19 - Quiz
Les voitures ... profs sont au parking.
A
du
B
des
C
au
D
aux
Slide 20 - Quiz
Quel est le nom ... acteur?
A
à la
B
à l'
C
de la
D
de l'
Slide 21 - Quiz
La couleur ... chaussures est rouge.
A
à la
B
aux
C
des
D
du
Slide 22 - Quiz
LES PAYS
Quels pays tu connais déjà?
Notez-les en français.
Slide 23 - Slide
LES PAYS
Slide 24 - Mind map
les pays
-e ? -> vrouwelijk
-s ? -> meervoud
geen -e of -s? -> mannelijk
Slide 25 - Slide
QUIZ
ATTENTION! Tu as 10 secondes pour répondre!
Slide 26 - Slide
... Pays-Bas
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 27 - Quiz
... Belgique
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 28 - Quiz
... Danemark
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 29 - Quiz
... Angleterre
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 30 - Quiz
... Canada
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 31 - Quiz
in/naar + land
in/naar een vrouwelijk land: en => en Espagne
in/naar een meervoudsland: aux => aux Pays-Bas
in/naar een mannelijk land: au => au Portugal
Slide 32 - Slide
van de,
van het
Slide 33 - Mind map
m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het
bezittelijk voornaamwoord!
J'habit ici, voilà ......
maison
.
voorzetsels
mannelijk
du
vrouwelijk
de la
van de / van het
klinker/h
de l'
meervoud
des
Slide 34 - Slide
Hoe vertaal je:
"van de schoenen"?
A
des chaussettes
B
des chaussures
C
des maillots
D
des casquettes
Slide 35 - Quiz
Hoe vertaal je:
"mijn jurk"?
A
ma jupe
B
mon robe
C
ma robe
D
mon jupe
Slide 36 - Quiz
Les notes .... élèves sont bonnes!
A
de l'
B
des
C
de les
D
du les
Slide 37 - Quiz
La casquette ... garçon est noire.
A
du
B
de la
C
de le
D
de les
Slide 38 - Quiz
Tu aimes la couleur ... chaussettes?
A
de la
B
de les
C
des
D
du
Slide 39 - Quiz
La couleur .... auto est bleue.
Slide 40 - Open question
Comment s'appelle . . . copine? (zijn)
Slide 41 - Open question
m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het
bezittelijk voornaamwoord!
J'habit ici, voilà ......
maison
.
voorzetsels
mannelijk
au
vrouwelijk
à la
in,op,naar,aan
+ de/het
klinker/h
à l'
meervoud
aux
Slide 42 - Slide
faire
: exercice 9 t/m 15
Slide 43 - Slide
écouter
: le roman-photo
Slide 44 - Slide
les devoirs
:
leren: appr. 1 t/m 3
maken: t/m opdr. 19
+ Roman Photo kunnen uitleggen
Slide 45 - Slide
More lessons like this
2 havo-vwo à + lidwoord en voortzetsels bij landen- en stedennamen
September 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Frans source D
November 2021
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Frans source D
November 2021
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1V voorzetsels de en à + lidwoord
January 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HAVO 3 voorzetsels landennamen en steden
March 2021
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Voorzetsels landennamen en steden: le voyage de rêve
January 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammaire (bepaald lidwoord) Havo 3
January 2022
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3vm - H2 - Grammaire bepaald lw
November 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3