Klas 3 grammatica zinsdelen






Grammatica zinsdelen hoofdstuk 3 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson






Grammatica zinsdelen hoofdstuk 3 

Slide 1 - Slide

Enkelvoudige zin 
Zin met 1 PV. 
Voorbeeld: Ik fiets naar school
Herhaling klas 2 

Slide 2 - Slide

Samengestelde zin 
Zin met meer dan een PV
Voorbeeld: Piet heeft een krantenwijk, want hij spaart voor een brommer. 

Slide 3 - Slide

Een samengestelde zin kan bestaan uit: 

-Hoofdzin+ hoofdzin (en, of, maar, want= nevenschikkende voegwoorden)
-Hoofdzin+ bijzin ( onderschikkende voegwoorden) 

Slide 4 - Slide

Wat is een hoofdzin? 
Het onderwerp en de PV staan naast elkaar. Er kunnen geen andere woorden of zinsdelen tussen staan. 

Voorbeeld: Ik zwem in zee. 

Slide 5 - Slide

Wat is een bijzin? 
Een bijzin kan nooit zelfstandig voorkomen. 
Tussen het onderwerp en de PV kan wel een woord of zinsdeel staan. 
Voorbeeld: Piet ziet dat hij in zee zwemt
HZ - BZ 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Een bijzin kan zelfstandig voorkomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Is onderstaande zin een enkelvoudige of samengestelde zin?

Claudia's zangleraar vindt dat zij talent heeft.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Piet heeft een krantenwijk, want hij spaart voor een brommer, omdat hij heel ver van school woont.
A
Deze zin bestaat uit twee hoofdzinnen.
B
Deze zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.
C
Deze zin bestaat uit een hoofdzin en twee bijzinnen.
D
Deze zin bestaat uit twee hoofdzinnen en een bijzin.

Slide 10 - Quiz

Beknopte bijzinnen blz. 94 
We hebben geleerd dat bijzinnen een PV en een onderwerp hebben. 
Voorbeeld bijzin: (Terwijl ze (ow) aan hun ijsje likten), slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bij een beknopte bijzin ontbreken de PV en het onderwerp. 
Voorbeeld beknopte bijzin: [Likkend aan hun ijsje], slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Het verzwegen onderwerp ( de meisjes) vind je meestal in de hoofdzin. 

Slide 11 - Slide

Beknopte bijzinnen 
bevatten in plaats van een PV een voltooid deelwoord (vd), onvoltooid deelwoord(od) of te+ infinitief (hele werkwoord). 

Voorbeeld: Eindelijk gearriveerd, zakte hij uitgeput in elkaar.
Deze beknopte bijzin is goed,omdat het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin gelijk is aan het onderwerp van de hoofdzin.

Beknopte bijzinnen zijn net als bijzinnen een zinsdeel of een zinsdeelstuk. 


Slide 12 - Slide

Bijzin of beknopte bijzin?

Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 13 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Als het vakantie is, slaap ik elke dag uit.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 14 - Quiz