This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Veel bedrijven produceren pasta. Ze proberen hun producten te onderscheiden van concurrenten. Hoe heet deze marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Volledige mededinging
D
Monopolistische concurrentie
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Een groothandel in farmaceutische artikelen heeft een omgevingsanalyse uitgevoerd. Hieruit blijkt dat consumenten steeds vaker vragen om milieuvriendelijke verpakkingen. Hoe kan deze ontwikkeling worden getypeerd volgens het DESTEP-model?
A
Ecologisch
B
Economisch
C
Technologisch
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Een fabrikant van een bekend Zwitsers horlogemerk verkoopt alleen horloges in het duurdere segment. Het bedrijf richt zich op consumenten met een hoog inkomen. Welke segmentatiestrategie past dit horlogemerk toe?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Coca Cola Zero Sugar heeft als doelgroep: “ De jonge avontuurlijke man!”. Op basis van welke criteria segmenteert Coca Cola de markt?
A
Psychografische criteria en gedrag
B
Socio-economische en demografische criteria
C
Demografische en psychografische criteria
D
Demografisch criteria en gedrag
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Hans ruilt zijn Volkswagen Golf Diesel in voor een Volkswagen ID.3. Van welke soort vraag is hier sprake?
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Potentiële vraag
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Een zakelijke dienstverlener verkoopt hypotheken op de zakelijke markt. Hij besluit om deze dienst voortaan ook aan consumenten aan te bieden. Welke groeistrategie van Ansoff past deze zakelijke dienstverlener toe?
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Wat is GEEN onderdeel van de productmix?
A
Het merk
B
De verpakking
C
De doelgroep
D
De kwaliteit
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Een product heeft de volgende kenmerken: hoge aankoopfrequentie, relatief lage prijs, weinig aankoopinspanning. Om welk soort product gaat het hier?
A
Convenience good
B
Shopping good
C
Specialty good
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Een bioscoop heeft een wisselende bezettingsgraad. In de avond zijn er soms plaatsen te weinig, maar overdag altijd te veel. Met welk kenmerk van diensten heeft de bioscoop hier te maken?
A
Heterogeniteit
B
Interactieve consumptie
C
Ontastbaarheid
D
Vergankelijkheid
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Een fabrikant brengt onder dezelfde merknaam verschillende producten op de markt, zoals mixers, scheerapparaten en elektronische tandenborstels. Wat voor merk is dit?
A
Keurmerk
B
Paraplumerk
C
Huismerk
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Een verse bakker heeft 100 soorten brood. Een supermarkt maar 20. We kunnen dan concluderen dat …
A
de bakker een diep assortiment heeft
B
de bakker een ondiep assortiment heeft
C
de supermarkt een diep assortiment heeft
D
de supermarkt een hoog assortiment heeft
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Welke omschrijving hoort bij de volwassenheidsfase uit de productlevenscyclus?
A
Afzet neemt snel en daarna minder snel toe
B
Product wordt aangeboden op de markt
C
De afzet stabiliseert
D
De afzet neemt af
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Een producent van groenten in blik heeft besloten een aantal kleine detaillisten voortaan niet meer rechtstreeks te leveren, maar via de groothandel. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Parallellisatie
B
Integratie
C
Differentiatie
D
Specialisatie
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Een leverancier van kopieerpapier stimuleert bedrijven om grotere bestellingen te doen. Voor 100 dozen betaalt de klant € 14,- per doos. Bestelt de klant 150 dozen, dan betaalt hij € 12,- per doos. Van welke verkooptechniek is hier sprake?
A
Cross-selling
B
Deep-selling
C
Up-selling
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Een fabrikant wil een nieuw product op de markt brengen. Uit recent verricht haalbaarheidsonderzoek blijkt dat hiervoor veel belangstelling bestaat. Snelheid is echter geboden, want enkele concurrenten hebben dezelfde plannen. Welke prijsstrategie kan de fabrikant het beste toepassen?
A
Penetratieprijsstrategie
B
Afroomprijsstrategie
C
Kostengeoriënteerde prijsstrategie
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Eén van de fases in het marktonderzoekproces is het analyseren en interpreteren van gegevens. Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?