Franse revolutie

Hoofdstuk 2: Vrijheid en Gelijkheid!
Paragraaf 2.1: De macht van de koning
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Vrijheid en Gelijkheid!
Paragraaf 2.1: De macht van de koning

Slide 1 - Slide

Hoofdvraag van deze les
Waarom kwam het Franse volk in opstand tegen de koning?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat absolutisme is;
  • Kun je het verschil tussen een directe democratie en een indirecte democratie uitleggen;
  • Weet je wat ostracisme is.

Slide 3 - Slide

Planning
- Herhaling vorige les
- Uitleg + filmpje
- Klassikaal lezen
- Werkvorm
- Werken in werkboek
- Nabespreking
- Afsluiting

Slide 4 - Slide

Uitleg
- Tijdens de uitleg ben je stil
- Bij vragen steek je je vinger op
- Sla alvast je leerboek open op bladzijde 29

Slide 5 - Slide

Bestuur in Athene
  • Democratie.
  • Vrije Atheense mannen mochten beslissen over het bestuur.
  • Ongeveer 40x per jaar vergaderen op de Pnyx.
  • Geen vrouwen, slaven of vreemdelingen.
  • Directe democratie en indirecte democratie.

Slide 6 - Slide

Leerboek open op bladzijde 29

Slide 7 - Slide

Werkvorm
- Pak een pen erbij

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
- Maken opdracht 9 t/m 13
- Werkboek bladzijde 54-55
- Leerboek bladzijde 28-29

Slide 9 - Slide

Nabespreking
Aan het einde van deze les:
  • Weet je hoe Athene een democratie werd en hoe die democratie eruitzag;
  • Kun je het verschil tussen een directe democratie en een indirecte democratie uitleggen;
  • Weet je wat ostracisme is.

Slide 10 - Slide

De drie standen


  1. De geestelijkheid 
  2. De adel 
  3. De boeren en de burgers 

Slide 11 - Slide

Ontstaan van de Franse revolutie
  • Slechte oogsten in 1788 en 1789 --> graan en brood duurder.
  • Vanwege gevoerde oorlogen raakt schatkist van Frankrijk leeg --> belastingen gaan omhoog (eerste en tweede stand betalen niet).
  • Derde stand kan de hoge belasting niet aan --> probleem.
  • Om oplossing te bedenken komt er een vergadering tussen de drie standen --> geen verandering.
  • Mensen van derde stand organiseren hun eigen vergadering (zonder de eerste en tweede stand --> veel mensen van derde stand willen daar niet op wachten en er breken rellen uit.

Slide 12 - Slide

Begin van de revolutie
  • 14 juli 1789
  • Het volk bestormt een oude gevangenis, de Bastille.
  • Directeur van Bastille onthoofd!
  • Daarna kwamen overal in het land mensen in opstand.
  • Voor vrijheid en gelijkheid.
  • En een eind maken aan honger en armoede.

Slide 13 - Slide