Formuleren H3 - verbanden tussen zinnen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Pak je laptop!

Slide 2 - Slide

Wat vind jij een typisch Nederlands woord?

Slide 3 - Open question

Typisch Nederlandse woorden
Gezellig
Natafelen
Uitbuiken
Koukleum
Tegenligger
Uitwaaien
Meedenken

Slide 4 - Slide

Typische woorden in andere talen

Culcaccino (Italiaans)
: de kring die een koud glas achterlaat op tafel
Gurfa (Arabisch): een handvol water
Tsundoku (Japans): boeken kopen zonder ze te lezen
Nakkele (Tulu): iemand die zijn bord schoonlikt
Házisárkány (Hongaars): een irritante echtgenoot ('huisdraak')
Poronkusema (Fins): de afstand die een rendier kan afleggen zonder te hoeven plassen


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waarom belangrijk?
Ik heb deze telefoon gekocht tenzij ik 15 werd. Nu word ik 17
 want mijn abonnement loopt af. Ik ben er altijd heel zuinig mee omgegaan, maar hij ziet er nog prima uit. Ik stuur hem pas op toen je hem betaald hebt.

Slide 8 - Slide

Uitlegfilmpje: nog onduidelijkheden?

Slide 9 - Slide

Joris heeft geen zin om naar het festival te gaan, want hij houdt niet van de muziek.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Kortom: het is handig om op tijd te beginnen met woordjes leren.
A
opsomming
B
conclusie
C
oorzaak/gevolg
D
reden

Slide 11 - Quiz

Jouri is soms vervelend, maar meestal ook wel aardig.
A
tegenstelling
B
reden
C
opsomming
D
voorbeeld

Slide 12 - Quiz

timer
20:00


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide