vergroening stedelijke omgeving

vergroening stedelijke omgeving
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

vergroening stedelijke omgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de voordelen van
goede duurzame oplossingen
in de tuin?
A
Mensen kunnen ervan genieten
B
Het is goed voor het milieu en de aarde
C
Het bespaard geld
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat vraat is

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met organische mest?
A
Mest die in de fabriek gemaakt is
B
Mest die bestaat uit organen
C
Kunstmest
D
Mest van plantenafval of uitwerpselen van dieren

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk grasmengsel is geschikt voor een kippenren? kies het juiste plaatje
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vraatschade
A
Schade door machines
B
Aantasting door insecten/beesten
C
Schade aan gereedschap
D
Schade in de vorm van een wrat

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

wat is intensieve landbouw
A
het nauwkeurig bekijken van planten of ze wel aan alles voldoen
B
export naar het buitenland
C
import naar ons eigen land

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Extensieve landbouw heeft...

A
Grote opbrengt per hectare
B
Lage opbrengst per hectare
C
Kleine akkers
D
Enorme akkers, veel gebruik van kunstmest

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan niet op de composthoop?
A
Bagger uit de sloot
B
Snoeihout
C
Gras maaisel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Leeuwen en tijgers kunnen samen nakomelingen krijgen. Deze nakomelingen zijn onvruchtbaar. Leeuwen en tijgers zijn 1 diersoort, maar 2 rassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen productiedier?
A
Koe
B
Cavia
C
Kip
D
Schaap

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Omnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Carnivoor

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Omnivoor

Carnivoor
Herbivoor

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een gezelschapsdier?
A
Een dier die gezellig is
B
Een dier op Tv
C
Een dier die je voor je plezier houdt
D
Een dier waarmee je geld verdiend

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Is het een zoogdier?
ja
nee

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn gewervelden?
A
Organismen zonder botten
B
Organismen met een uitwendig skelet
C
Organismen met een inwendig skelet

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Krijgt een dier alle voedingsstoffen die hij nodig heeft als je hem alleen onvolledig, gemengd voer geeft?
A
Ja
B
Nee
C
Het hangt ervan af welke voedingsstoffen in het gemengde voer zitten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kan je bedenken wat voor soort vogel bij welke snavel hoort?
Sleep de naam van het vogelsoort naar het juiste plaatje.
planten
eter
vleeseter
insecteneter
zaadeter
viseter

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wat is volledig voer?
A
Samengesteld voer
B
Groente en fruit
C
Voer waar alles in zit wat ze nodig hebben
D
Voer dat aangevuld wordt met poeders

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is rantsoen?
A
De juiste hoeveelheid en soort voer dat een dier dagelijks moet eten
B
Een dier krijgt een paar dagen geen voer alleen maar water.
C
De maximale hoeveelheid voer voor een dier per dag.
D
De verschillende soorten voer die dieren eten.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Reinigen
Nagels verzorgen
Monitoren
Aandacht geven
Gezondheidscontrole
Oren/ogen schoonmaken
Ontsmetten/desinfecteren
Ontwormen
Vaccineren
Ontvlooien
Dagelijkse Verzorging
Periodieke verzorging
Vachtverzorging
Voer en water geven

Slide 21 - Drag question

Monitoren: 
Eet en drinkt het dier
Hoe ziet de ontlasting/urine eruit, heeft het dier gebraakt? 
Zijn er opvallende dingen aan de uiterlijke kenmerken 
Hoe gedraagd het dier zich? 
Onsmetten is minder krachtig dan desinfecteren
Wat is fixeren?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hanteren is....
A
Het dier vasthouden dat hij niet meer kan bewegen
B
Het dier vasthouden
C
Het dier bekijken

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Koudbloedig
Warmbloedig

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Welk van de 4 antwoorden is periodieke verzorging?
A
Voeren gerbil
B
Verschonenn kattenbak
C
Trimmen van een hond
D
Water verversen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de conditie van een dier?
A
Hoe hard ze kunnen rennen.
B
Hoe hard ze kunnen rennen en daarna weer op adem zijn gekomen
C
De algehele gezondheid van het dier
D
Of een dier er goed uitziet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Geslachtskenmerken die al vanaf de geboorte aanwezig zijn
B
Geslachtskenmerken die vanaf rond je 10e jaar gaan ontwikkelen.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Functie cloaca
A
Zelfde als anus
B
Afvoer urine & ontlasting + uiteinde eileider
C
Afvoer urine & ontlasting
D
Uiteinde eileider

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is myasis?
A
Maden die eitjes leggen in de huid
B
Bacterie die de huid aantast
C
Aambeien
D
Ontstekingen aan de staart

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de ondervacht?
A
beschermd tegen de regen
B
is een soort winterjas
C
staat mooi

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De dekvacht heeft als functie om de ondervacht tegen regen te beschermen, welke functie heeft deze nog meer?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions