What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wijze lessen - Eindproduct 3
Het geldsysteem
Consumptieprijsindex en de geldhoeveelheid
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Economie
Secundair onderwijs
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het geldsysteem
Consumptieprijsindex en de geldhoeveelheid
Slide 1 - Slide
Doelstellingen
Belang van prijsstabiliteit?
Soorten geld?
Geldcreatie?
Geldvernietiging?
Werking van kasreservecoëfficient en kredietmultiplicator.
Slide 2 - Slide
Waarom is prijsstabiliteit belangrijk?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Wat onthoud je uit het filmpje?
Slide 5 - Open question
Wat is CPI? Wat is inflatie?
Slide 6 - Slide
Indexcijfers
Indexcijfer = verhoudingsgetal, is
geen
percentage
Je kan de
procentuele verandering
er
wel
van
afleiden.
Indexcijfer 140 => 40 % toename t.o.v. basisjaar (100)
Indexcijfer 95 => 5 % afname t.o.v. basisjaar (100)
Slide 7 - Slide
Consumptie-prijs-indexcijfer (CPI)
De inflatie berekenen met het CPI.
Bepaling van het
goederenmandje
Bepaling van de
wegingsfactoren
Omzetting van prijzen in (partiële)
prijsindexcijfers
Berekening van het
consumentenprijsindexcijfer
(CPI)
Berekening verandering CPI (
% stijging
=>
inflatie
)
Slide 8 - Slide
LINK website
alle actuele info over CPI en inflatie in België
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat kan de overheid doen aan de huidige hoge inflatie?
Slide 11 - Open question
Welke soorten geld ken je?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Herhaling soorten geld
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Geldhoeveelheid en geldcreatie
Slide 17 - Slide
Kredietmultiplicator
Slide 18 - Slide
Maak de oefening uit je bundel - Hoeveel geld wordt er GECREËERD ?
timer
7:00
Slide 19 - Open question
Doet een daling van de kasreservecoëfficiënt de kredietmultiplicator dalen of stijgen?
A
Dalen
B
Stijgen
Slide 20 - Quiz
Melissa gaat naar haar bank en overhandigt een biljet van 100,00 EUR om op haar zichtrekening te plaatsen.
A
geldsubstitutie
B
geldvernietiging
C
geldschepping
D
Geen van allen
Slide 21 - Quiz
Steven gaat bij een bank een lening aan van 20 000,00 EUR voor de aankoop van een wagen. De bank stort het bedrag op zijn zichtrekening.
A
geldsubstitutie
B
geldvernietiging
C
geldschepping
D
Geen van allen
Slide 22 - Quiz
Frank ruilt bij zijn financiële instelling 200,00 USD in EUR
A
geldsubstitutie
B
geldvernietiging
C
geldschepping
D
Geen van allen
Slide 23 - Quiz
Ingrid haalt, via Bancontact, 50,00 EUR van haar rekening.
A
geldsubstitutie
B
geldvernietiging
C
geldschepping
D
Geen van allen
Slide 24 - Quiz
Karen koopt met geld uit haar spaarpot een laptop ter waarde van 1 200,00 EUR.
A
geldsubstitutie
B
geldvernietiging
C
geldschepping
D
Geen van allen
Slide 25 - Quiz
Over welk onderwerp/leerdoel wil je extra uitleg?
Slide 26 - Open question
More lessons like this
Monetair beleid 1
May 2022
- Lesson with
38 slides
Secundair onderwijs
AE 3 Les 3 Geldschepping en Secundaire Banken
May 2023
- Lesson with
18 slides
economische vakken
Secondary Education
AE 3 Les 3 Geldschepping en Secundaire Banken
August 2023
- Lesson with
23 slides
economische vakken
Secondary Education
Zicht -en spaarrekening
December 2023
- Lesson with
39 slides
Wonen en Leven
Buitengewoon secundair onderwijs
AE 3 Les 3 Geldschepping en Secundaire Banken
February 2021
- Lesson with
18 slides
economische vakken
Secondary Education
AE-6 les 2 en 3
November 2020
- Lesson with
26 slides
economische vakken
Vocational Education
Soorten rekeningen
September 2024
- Lesson with
29 slides
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
just ' in budget wikifin - speluitleg
December 2022
- Lesson with
14 slides
E&O
Secundair onderwijs