This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
V2 laatste theorieles
Slide 1 - Slide
Noem een voorwerp dat je in een Wohnzimmer kunt vinden (mét lidwoord)
Slide 2 - Mind map
Antwoord in het Duits! Wie sieht dein Zimmer aus?
Slide 3 - Open question
Antwoord in het Duits! Wo und mit wem wohnst du?
Slide 4 - Open question
Vertaal naar het Duits! Helemaal boven staat mijn kast en daarnaast is de toilet.
Slide 5 - Open question
Was siehst du hier?
Slide 6 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van "finden"?
A
gefunden
B
gefindet
C
gefonden
D
gefinden
Slide 7 - Quiz
Vertaal: die Nachbarn die Sachen das Gebäude
Slide 8 - Mind map
Vul aan: - ... (wij) sind ohne ... (jou) hierher gekommen!
Slide 9 - Open question
Vul aan! Für ... (wie) hast ... (jij) dieses Geschenk mitgebracht?
Slide 10 - Open question
Was ist richtig? Durch ... (jullie) bin ich mit ... (haar) befreundet!
A
euer, ihr
B
ihr, ihr
C
euch, ihr
D
ihr, euch
Slide 11 - Quiz
Noem in het Duits een kledingstuk dat je in de zomer draagt!
Slide 12 - Mind map
Diese Menschen sind ...?
Slide 13 - Open question
Antwoord in het Duits! Was trägst du gerne?
Slide 14 - Open question
Antwoord in het Duits! Wie steht mir die Brille?
Slide 15 - Open question
Vertaal naar het Duits! De muts past goed bij je kapsel.
Slide 16 - Open question
Müssen of sollen? 1. Ich ... unbedingt operiert werden. 2. Mein Lehrer findet, dass ich meine Aufgaben machen ... 3. Auf jeden Fall ... ich heute Morgen Einkaufen gehen.
Slide 17 - Open question
Wer, wem of wen? 1. Mit ... gehst du zur Schule? 2. ... hast du in der Schule gesehen? 3. ... war mit dir in der Schule?
Slide 18 - Open question
Ich denke, dass er ... (weet), wie das funktioniert.
A
wisst
B
weißt
C
weiß
D
wiss
Slide 19 - Quiz
Wir ... (mogen) ihn sehr, weil er total nett ist.
A
mögen
B
mogen
C
dürfen
D
darfen
Slide 20 - Quiz
Hallo, ich ... (zou graag willen) gerne ein Eis bestellen.