voorzetselvoorwerp a2

Vaste voorzetsels en voorzetselvoorwerp
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vaste voorzetsels en voorzetselvoorwerp

Slide 1 - Slide

Wat zijn voorzetsels?

Slide 2 - Open question

Wat is GEEN voorzetsel
A
tijdens
B
sinds
C
tussen
D
opnieuw

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN voorzetsel
A
voor
B
na
C
terwijl
D
op

Slide 4 - Quiz

vaste voorzetsels invullen:

Slide 5 - Slide

Hij distantieerde zich volledig____
de keuze die door de coachgroep was gemaakt.
A
voor
B
van
C
met
D
tussen

Slide 6 - Quiz

Ik ben niet gediend ____
dat gedrag.
A
tussen
B
op
C
met
D
van

Slide 7 - Quiz

Jij komt niet in aanmerking _____
die subsidie
A
van
B
op
C
met
D
voor

Slide 8 - Quiz

Met dit antwoord geef je blijk ____
veel kennis over het onderwerp
A
van
B
op
C
met
D
voor

Slide 9 - Quiz

Herhaling Grammatica zd

Slide 10 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 11 - Open question

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 12 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 13 - Open question

VOORZETSELVOORWERP
We lezen de theorie op blz. 58

Maak opdr. 1,2,3

Slide 14 - Slide