Les 2 van 8 woordenschat H1

timer
5:00
socialiseren
Jas aan de kapstok,
telefoon in de koffer.
Op tafel: Leesboek, laptop (dicht) schrift en pen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

timer
5:00
socialiseren
Jas aan de kapstok,
telefoon in de koffer.
Op tafel: Leesboek, laptop (dicht) schrift en pen

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Startopdracht
  • Korte instructie
  • ZW
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Startopdracht
timer
8:00
Schrijf je naam en klas bovenaan de woordzoeker.

Slide 3 - Slide

Aan het eind van de les kan jij
de betekenis van een onbekend
woord vinden.

Slide 4 - Slide

Betekenis van een woord vinden

Slide 5 - Mind map

  1. Zoek in de tekst naar een synoniem: een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
  2. Zoek in de tekst naar de betekenis van het woord.
  3. Zoek in de tekst naar een voorbeeld. Let op signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zoals enzovoort.
  4. Zoek in de tekst een tegenstelling. Bijvoorbeeld: ontkennen tegenover zeggen dat iets wel zo is.
  5. Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel. Bijvoorbeeld: onnodig (niet nodig).
  6. Zoek (een deel van) het woord op in een (online)woordenboek. Kies de betekenis die in de tekst past.




Slide 6 - Slide

Topsporters moeten niet plotseling stoppen met sporten. Ze moeten geleidelijk minder gaan trainen.
Welke manier kun je gebruiken om de betekenis van het onderstreepte woord te vinden?

Slide 7 - Slide

Hier zoek je naar een tegenstellig: 
Niet plotseling stoppen.


Geleidelijk minder trainen.

Slide 8 - Slide

De fluisterboten in de grachten van Leeuwarden zijn bijna geruisloos. Ze maken bijna geen geluid.
Welke manier kun je gebruiken om de betekenis van het onderstreepte woord te vinden?

Slide 9 - Slide

Hier zoek je naar een omschrijving van het woord:
bijna geruisloos


Ze maken bijna geen geluid.

Slide 10 - Slide

ZW
Jullie gaan aan het werk in Nieuw Nederlands / Hoofdstuk 1 / Woordenschat.
Je gaat verder met het maken van de opdrachten van woordenschat. Alles moet gemaakt met een scoren van 80% goed. Haal je minder? Extra oefenen. 
JE BLIJFT INGELOGD  IN DEZE LESSONUP 

Slide 11 - Slide

timer
20:00

Slide 12 - Slide

Hoe vind ik de betekenis van een onbekend woord?

Slide 13 - Open question

Doei, doei! 
Tot vrijdag.

Slide 14 - Slide