Grammar - Interview

Grammar - Interview
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammar - Interview

Slide 1 - Slide

Goals and Aims
Na vandaag kun je:
- De vragen van een interview opstellen.

Slide 2 - Slide

Vraagzinnen?
Here are my shoes.
Are my shoes here?


Slide 3 - Slide

Examples:
My mother is standing over there.
Is my mother standing over there?

Slide 4 - Slide

Wat zijn vraagwoorden?
Where = Place
When = Time
What = Things/actions
Why = Reason
How = The way things are/how people feel

Slide 5 - Slide

_____ are my shoes?
A
where
B
why
C
when
D
how

Slide 6 - Quiz

____ does school start?
A
where
B
what
C
when
D
why

Slide 7 - Quiz

____ were you late?
A
How
B
When
C
Why
D
Where

Slide 8 - Quiz

Make a question out of these words?
you / are / how / feeling / ?

Slide 9 - Open question

Are / You / Crying / Why / ?

Slide 10 - Open question

Get up / Do / When / You / ?

Slide 11 - Open question

Je wilt weten wat voor werk iemand doet


What do you do for a living?

Slide 12 - Slide

Je vraagt hoelang iemand ergens al werkt.

Slide 13 - Open question

Je wilt weten wanneer iemand tijd heeft.

Slide 14 - Open question

Je vraagt wat iemand zijn droom is.

Slide 15 - Open question

Casus
Je bent opzoek naar een andere baan, interview de klasgenoot naast je over een beroep naar keuze. 
Bereid zes vragen voor.
Doe dit in Google forms. 

Slide 16 - Slide

Stuur hier de link van je Google Forms door:

Slide 17 - Open question

Zijn er nog vragen over het opstellen van een interview?

Slide 18 - Slide