BS 3 Samenleven

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 200
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 200

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Waar begint een voedselketen of voedselweb altijd mee

Slide 3 - Open question

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 4 - Quiz

BS 3: Samenleven

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is.
  • Je kunt uitleggen hoe soorten van elkaar afhankelijk zijn voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting.

Slide 6 - Slide

Als het een jaar heel droog is zal het aantal muizen toenemen of afnemen?
Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Slide

Biologisch evenwicht: er is evenwicht tussen organismen

Slide 8 - Slide

Samenleven
Binnen een populatie heeft elk individu relaties met soortgenoten.

Een relatie kan gericht zijn op concurrentie ( competitie) om voedsel, partner, slaapplek of op samenwerking. (vangen van prooi)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Relaties binnen een populatie
  • Rangorde = één dier is de baas, de rest van de dieren weten hun plek.
  • territorium = gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten.
  • paarvorming = een mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.

Slide 11 - Slide

Relaties tussen soorten

Individuen van verschillende soorten kunnen een langdurige relatie met elkaar hebben. Zo’n langdurige samenleving noem je symbiose.  

Slide 12 - Slide

Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel.

Slide 13 - Slide

Commensalisme
Een organisme heeft voordeel en het andere organisme heeft geen voordeel en geen nadeel.

Slide 14 - Slide

Parasitisme
Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een individu van een andere soort, de gastheer.

De parasiet heeft voordeel. De gastheer heeft een nadeel.

Slide 15 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Maak van 6.3 opdracht 1 t/m 8 (blz. 203)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 17 - Slide