2.4 populaties

Thema 2 ecologie
2.4 populaties
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2 ecologie
2.4 populaties

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
- Aanwezigheidscontrole
- Herhalen 2.3 kringlopen
- Uitleg 2.4 populaties
- Aan de slag

Slide 2 - Slide

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 3 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop dan aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 4 - Quiz

wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
nitriet
B
water
C
glucose
D
nitraat

Slide 5 - Quiz

In de stikstofkringloop vindt in de grond een omzetting plaats van afval (dode resten van organismen) in (stikstof)mineralen. Welke organismen zorgen voor deze omzetting?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën en schimmels
D
Zowel planten, dieren, schimmels als bacteriën

Slide 6 - Quiz

Biotische en abiotische factoren
Alle organismen worden beïnvloed door het milieu (= leefomgeving)

Biotische factoren = invloeden uit de levende natuur
Abiotische factoren = Invloeden uit de levenloze natuur

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Niveaus van de ecologie
1. individu -> 1 organisme (vb. roodborstje)
2. populatie -> groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied die zich onderling voortplanten (vb. veel roodborstjes)
3. levensgemeenschap -> alle populaties in een gebied samen die elkaar onderling beïnvloeden (rups->roodborstje->vos)
4. ecosysteem -> gebied waarin biotische en abiotische factoren een eenheid vormen (vb. bos, sloot, duingebied)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Populatiegrootte
Hangt af van invloeden vanuit de omgeving

Biologisch evenwicht: toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde

Slide 11 - Slide

Optimum
kromme
Elk organisme kan maar een bepaalde schommeling in temperatuur verdragen

Slide 12 - Slide

Aan de slag
4 vmbo gt
2.4 opdracht 25 t/m 34

Slide 13 - Slide