This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is geschiedenis?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waar gaat geschiedenis over
gebeurtenissen
personen
tijd
lang geleden maar ook kort
Slide 8 - Slide
voorbeeld
gebeurtenis: tweede wereldoorlog
personen: koningin Wilhelmina
tijd: 10 mei 1940
Slide 9 - Slide
Waarom is geschiedenis belangrijk?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Welke vragen kun je bedenken bij gebeurtenissen?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
gebeurtenissen
vandaag de dag vinden er diverse gebeurtenissen plaats in de wereld en in Nederland. wat hebben deze met het verleden te maken?
Slide 15 - Slide
10 tijdvakken
Slide 16 - Slide
De 10 tijdvakken
Slide 17 - Slide
Het eerste tijdvak is het tijdvak van de....
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en ridders
D
Steden en staten
Slide 18 - Quiz
Welk tijdvak is het laatste tijdvak?
A
televisie en social media
B
televisie en raketten
C
televisie en terreur
D
televisie en computer
Slide 19 - Quiz
De Tijdvakken 1: Hoeveel tijdvakken zijn er?
A
Ontelbaar veel
B
8
C
3
D
10
Slide 20 - Quiz
Romeinse tijd of middeleeuwen?
A
Romeinse tijd
B
Middeleeuwen
Slide 21 - Quiz
Romeinse tijd of middeleeuwen?
A
Romeinse tijd
B
Middeleeuwen
Slide 22 - Quiz
Welke stad was er ook in de Romeinse tijd?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Nijmegen
D
Utrecht
Slide 23 - Quiz
Wat was er bijzonder aan het Jodendom in de Romeinse tijd?
A
Zij geloven maar in één god
B
Zij geloven in meerdere goden
C
Zij woonden in Judea
D
Jezus was hun koning
Slide 24 - Quiz
Wie was Columbus?
A
De ontdekker van Amerika.
B
De ontdekker van Indië.
C
De ontdekker van Kaap De Goede Hoop.
D
De koning van De Nederlanden.
Slide 25 - Quiz
Wanneer startte de Tweede Wereldoorlog?
A
1 augustus 1939
B
10 mei 1940
C
1 september 1939
D
5 mei 1940
Slide 26 - Quiz
Maak de zin af: "Als de Tweede Wereldoorlog start vlucht koningin Wilhelmina en leeft vervolgens in ballingschap in...."
A
de Verenigde Staten
B
Canada
C
Engeland
D
Nieuw-Zeeland
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
de 10 tijdvakken
Slide 29 - Slide
gebruik de kaartjes en leg ze op de juiste volgorde met de juiste benaming en de juiste jaartallen
Slide 30 - Slide
maak je eigen tijdlijn
zet belangrijke gebeurtenissen in de goede volgorde op een tijdlijn:
geboorte, zwemdiploma, kampioen met sport, 1e dag basisschool, sterfdatum van een familielid, die ene geweldige vakantie, 1e dag middelbare school, toekomstige gebeurtenissen
Slide 31 - Slide
Wat vind je de meest interessante tijd uit de geschiedenis? En zet er ook bij waarom. ("lijkt me leuk" of "ik vind het interessant" is geen goede reden)
Slide 32 - Open question
Waarom is geschiedenis belangrijk?
Slide 33 - Slide
degenen die zich het verleden niet herinneren, zijn gedoemd het verleden te herhalen