Demonstrative Pronouns

1 / 13
next
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Demonstrative Pronouns

Slide 2 - Slide

Het gaat om iets aanwijzen.
Waar moet je op letten in een zin?

  • Kijk of het gaat om 1 ding of om meerdere dingen
  • Kijk of het gaat om dichtbij of ver weg.

Slide 3 - Slide

Those
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 4 - Quiz

This
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 5 - Quiz

These
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 6 - Quiz

I like _____ jumper over here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 7 - Quiz

________ jacket over there is blue.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quiz

Where did you buy _________ skirt that you are wearing?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 9 - Quiz

________ hands of mine are cold.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz

Look at _______ shoes over there!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 11 - Quiz

Is ________ hat here yours?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link