This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2024-2025
Slide 1 - Slide
Programma
Terugblik vorige lessen
Verboden woord
Lesdoelen
Verdeling groepen + instructie
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Benoem bij elke grafiek wat er gebeurd en wat een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn.
Slide 3 - Drag question
HET VERBODEN WOORD
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
Consument
Klant
Je mag geen consument en klant zeggen. Je moet consument duidelijk maken. Bijvoorbeeld de persoon die de vrager is op de goederen/diensten markt.
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Noemen uit welke delen het aanbod van arbeid is samengesteld.
Noemen uit welke delen de vraag naar arbeid is samengesteld.
Uitleggen wanneer een marktevenwicht ontstaat en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.
De vraaglijn en aanbodlijn tekenen.
Voorbeelden geven van factoren waardoor de vraaglijn verschuift. En dit grafisch onderbouwen.
Voorbeelden geven van factoren waardoor de aanbodlijn verschuift.En dit grafisch onderbouwen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.
Slide 8 - Slide
Krappe arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag dan aanbod
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag
Slide 9 - Slide
Factoren die de vraag naar arbeid beïnvloeden (LD 5)
Bedrijven breiden uit
Failliet gaan van bedrijven
Technische ontwikkelingen
Vrij verkeer van arbeid
Slide 10 - Slide
Aanbod van arbeid (LD 6)
Hoe hoger het loon, hoe aantrekkelijker het beroep.
Demografische factoren
Slide 11 - Slide
Verschuiving op of van de lijn
Loon
Verschuiving op de lijn.
Een ander loon met een andere hoeveelheid.
Andere factoren
De aanbodlijn of vraaglijn verschuift naar links of rechts.
Slide 12 - Slide
Welk effect heeft het verhogen van de pensioen gerechtigde leeftijd op het aanbod van en de vraag naar arbeid?
Slide 13 - Open question
Wanneer is de arbeidsmarkt in evenwicht? Hoe zie je dit grafisch?
Slide 14 - Open question
Hoe hoger het loon, hoe hoger de vraag naar arbeid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Wat is de vraag op de arbeidsmarkt?
A
Vacatures bij bedrijven en de overheid
B
Werkgelegenheid
C
Vacatures en bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
D
Bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
Slide 16 - Quiz
De werklozen zijn 310.000 De werknemers 7.500.000 Zelfstandigen 1.500.000 Vacatures 280.000 a. Bereken de vraag naar arbeid. b. Bereken het aanbod van arbeid. c. Bereken de werkgelegenheid.
Slide 17 - Open question
Steeds meer mensen zijn van mening dat zowel vrouwen als mannen betaald werk moeten verrichten. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Verschuift niet
Slide 18 - Quiz
Kinderopvang wordt goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Verschuift niet
Slide 19 - Quiz
De leerplichtige leeftijd wordt verhoogt. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Verschuift niet
Slide 20 - Quiz
De huizenmarkt zit in het slob en veel bouwondernemingen gaan failliet. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Verschuift niet
Slide 21 - Quiz
Aan het werk
4.1, 4.7 & 4.8
Nakijken
Slide 22 - Slide
Uitleggen wie de vraag naar arbeid zijn.
Slide 23 - Slide
Uitleggen wie het aanbod van arbeid zijn.
Slide 24 - Slide
Uitleggen wanneer een marktevenwicht ontstaat en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.