W1.4

Herzlich Willkommen zurück liebe Leute!
Periode 1
Woche 1.4

Es freut mich
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Herzlich Willkommen zurück liebe Leute!
Periode 1
Woche 1.4

Es freut mich

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heute auf dem Programm

  1. Meme der Woche
  2. Wiederholung letzte Stunde
  3. Sich vorstellen: dein Namen buchstabieren
  4. Hausaufgaben/Deadlines aufschreiben
  5. An die Arbeit: Neue Kontakte Online

  6. Ziele checken






Lernziele

Am Ende der Stunde....
....kann ich auf Deutsch erzählen
-wie es mir geht, 
-wie ich heiße
-wie alt ich bin
-wo ich wohne
-wie ich meinen Namen buchstabiere







Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Was ist typisch Deutsch?

Wie begrüßt man sich in Deutschland?

Was ist typisch Niederländisch?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Hoe heet jij?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Ik heet (naam)

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hoe voel jij je vandaag?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Ik voel mij slecht.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Waar kom jij vandaan?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ik kom uit ......

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Waar woon jij?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Ik woon in .....

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hoe oud ben jij?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Ik ben elf/twaalf/dertien jaar oud.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Klassendeutsch Sprechen
Ich habe mein .... vergessen. Hast du ein ..... für mich?
(Ik ben mijn ... vergeten. Heb jij een ... voor mij?)
Ja, ich habe einen ... für dich. (Ja, ik heb een .... voor jou.)
Nein ich habe keinen ... für dich. (Nee, ik heb geen .... voor jou.)


Slide 15 - Slide

Memory?
Eszett = ringel s    -->            
 (rechter)alt+s  of alt (gr) + s

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  1. Hoe ​gaat het met jou?
  2. Met mij gaat het goed/ niet goed.
  3. ​Hoe heet je?
  4. Ik heet..
  5. Hoe spel/schrijf je dat?
  6. Dat schrijft je met ...(spellen)
  7. Hoe oud ben je?
  8. Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
  9. Waar kom je vandaan?
  10. Ik kom uit Nederland.
  11. Waar woon je?
  12. Ik woon in....


Wie geht es dir?
Mir geht es gut/ nicht gut
Wie heißt du?
Ich heiße...
Wie schreibt man das?
Das schreibt man .. 
Wie alt bist du?
Ich bin elf/zwölf/dreizehn Jahre alt. 
Woher kommst du?
Ich komme aus den Niederlanden.
Wo wohnst du?
Ich wohne in ...

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wie ist dein (Familien)name? Mein (Familien)name ist ...(Daalen) 
Wie schreibt man das? Das schreibt man ... (deh- ah - ah- ell - eh - en)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgaben für die nächste Stunde 
Lernen:  (schrijftoetsjede 12 zinnen uit je schrift (of in het document sich vorstellen op Itslearning) om je voor te stellen van Ne-->De
(elke dag minimaal 5 minuten maar maximaal 10 minuten)
SpielenGimkit Klassendeutsch 
minimaal 5 minuten per dag maximaal .... (zelf weten!!)







Slide 20 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit! 
Machen: Neue Kontakte Online Kapitel 1 Ich A Sehen
(mit Kopfhörer)


Slide 21 - Slide

???
Stelle dich vor auf Deutsch: hoe je heet, hoe je je naam spelt, hoe oud je bent, waar je vandaan komt, waar je woont (woonplaats) etc.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

  1. Hoe ​gaat het met jou?
  2. Met mij gaat het goed.
  3. ​Hoe heet je?
  4. Ik heet..
  5. Hoe oud ben je?
  6. Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
  7. Waar kom je vandaan?
  8. Ik kom uit Nederland.
  9. Waar woon je?
  10. Ik woon in....
  11. Hoe schrijf je dat?
  12. Dat schrijf je met...


Wie geht es dir?
Mir geht es gut.
Wie heißt du?
Ich heiße ...
Wie alt bist du?
Ich bin elf/ zwölf/dreizehn Jahre alt.
Woher kommst du?
Ich komme aus den Niederlanden.
Wo wohnst du?
Ich wohne in ...
Wie schreibt man das?
Das schreibt man mit...

Slide 26 - Slide

This item has no instructions