This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Huiswerk Farida
- lezen Dolfje
- Luisteren en lezen over pesten
- spelling: samenstellingen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hoe denk jij dat Roos zich nu voelt?
Slide 8 - Open question
Wat vind jij ervan dat niemand Roos gelooft?
Slide 9 - Open question
Pesten
Groep 5 t/m 8
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Welk gevoel roept dit liedje bij je op?
Slide 12 - Open question
Ken jij iemand die gepest wordt? Ben jij zelf weleens gepest? Heb jij weleens iemand gepest?
Slide 13 - Open question
Na deze les weet ik wat de moeilijke woorden verweren, status, voorkomen, roddelen, buitensluiten, vertrouwt en negeren betekenen.
Dit ga je leren!
Slide 14 - Slide
Lees de tekst van Kidsweekhieronder en bekijk wat de moeilijke woorden betekenen.
verweren
(Jezelf) verdedigen
Mijn zusje kan zich goed verweren tegen mijn geklier.
buitensluiten
Ervoor zorgen dat iemand zich niet welkom voelt.
Ik mocht niet meedoen met het spel, ik werd buitengesloten.
de status
De plek die je inneemt in de maatschappij.
Op onze school heeft de directeur een hoge status, veel mensen kijken tegen hem op.
voorkomen
Ervoor zorgen dat het niet gebeurd.
Vaak kun je een ongeluk voorkomen door zelf ook goed op te letten.
roddelen
Op een slechte manier over iemand praten.
Er worden vaak gemene dingen gezegd tijdens het roddelen.
vertrouwt
Je fijn voelen bij iemand, geloven dat diegene eerlijk is.
Ik vertrouw mijn vader altijd.
negeren
Doen alsof je iets niet merkt.
Ik negeer de flauwe opmerkingen van mijn oom.
Slide 15 - Slide
Raden maar!
Welk woord wordt uitgebeeld?
Slide 16 - Slide
Terugkoppeling lesdoel
Heb jij het lesdoel behaald? Speel de quiz.
Ervoor zorgen dat iets niet gebeurt.
A
buitensluiten
B
negeren
C
roddelen
D
voorkomen
Slide 17 - Quiz
Als je je fijn voelt bij iemand, gelooft dat diegene eerlijk is dan ... je diegene.
Slide 18 - Open question
Op welk plaatje wordt er iemand buitengesloten?
A
B
Slide 19 - Quiz
Hoe noem je dit?
Pssst, heb je het al gehoord?
Tim heeft hele lelijke nieuwe schoenen gekocht!
Dat meen je niet? Ik ga morgen meteen kijken hoe lelijk ze zijn.
Slide 20 - Open question
De plek die je inneemt in de maatschappij.
A
de pester
B
de roddelaar
C
het slachtoffer
D
de status
Slide 21 - Quiz
Welke woorden horen op de lege plekken te staan?
Je vraagt je af hoe je je het beste kan ... tegen gemene opmerkingen van andere kinderen? Dan werkt ... het beste. Ze krijgen dan geen reactie en dan is de lol er snel vanaf!
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Video
Spelling
Samenstellingen
Slide 24 - Slide
Wat is een samenstelling ?
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Maak vijf samenstellingen met het woord deur. Het woord deur mag vooraan of achteraan staan
Vul je antwoorden hieronder in
Slide 27 - Open question
Welk woord is geen samenstelling ?
A
zwemles
B
zwempak
C
zwemmen
D
zwembad
Slide 28 - Quiz
Welk woord is fout geschreven ?
A
achtien
B
hoofdpijn
C
inktvis
D
handdoek
Slide 29 - Quiz
Je maakt een samenstelling van twee andere woorden.
Let op : de laatste letter van het eerste woord en de eerste letter van het laatste woord.
De laatste letter van hand is een d. De eerste letter van doek is ook een d. In een samenstelling blijven de letters allebei staan.
de handdoek
Slide 30 - Slide
Welk woord past op deze plaats ? ….. ballon …….bed …….kussen
Slide 31 - Open question
Maak de juiste samenstelling.
sleep de groene woorden naar het juiste gele woord.