Email certificaten

E-mail schrijven 
Doel: 
We halen vandaag allemaal diploma 1 en/of 2.  

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

E-mail schrijven 
Doel: 
We halen vandaag allemaal diploma 1 en/of 2.  

Slide 1 - Slide

Diploma 1 of 2
Diploma 1 
Diploma 2 
Je weet hoe je een e-mail verstuurt. 
Je weet hoe je een e-mail moet beantwoorden. 
Je weet hoe je een bestand als bijlage kunt toevoegen. 
Je weet hoe je iemand in de CC zet. Je weet hoe je een e-mail doorstuurt.
Je weet wat de opbouw van een e-mail is.  
Je weet welke aanhef en afsluiting je kunt gebruiken. 
Je weet hoe je de spellingscontrole kunt gebruiken.
Je weet hoe je moet knippen en plakken met een shortcut.

Slide 2 - Slide

Welke app gebruik ik voor het versturen van een email?
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

De opbouw van een email
  1. De aanhef 
  2.  Jouw boodschap of antwoord
  3. De afsluiting 

Slide 4 - Slide

Welke aanhef
kan ik gebruiken?

Slide 5 - Mind map

De aanhef 
De aanhef: begin van je email. 
  • Je zet neer aan wie je de email schrijft. 
  • Je eindigt met een komma.
  • Let op hoofdletters
  • Na de aanhef komt een lege regel (enter).



Slide 6 - Slide

Bijvoorbeeld
Hallo Pieter, 
Beste Ans, 
Hoi Tina, 
Lieve Henk, 

Als je iemand niet kent: 
Beste meneer of mevrouw,

Slide 7 - Slide

Jouw boodschap of antwoord 
  • Na de aanhef komt een lege regel (enter). 
  • Schrijf een boodschap of geef antwoord op een vraag. Maak mooie zinnen met hoofdletters en punten.   
  • Gebruik de spellingscontrole en verbeter wat fout is. 

Slide 8 - Slide

Wat zie ik als ik een woord fout heb geschreven?
A
Er staat een blauwe lijn onder mijn foute woord.
B
Er staat een rode lijn onder mijn foute woord.
C
Ik zie dan niks.
D
Er komt een denkwolk naast mijn woord.

Slide 9 - Quiz

Hoe kan ik afsluiten?

Slide 10 - Mind map

De afsluiting 
De afsluiting: het eind van je email. 
  • Voor de afsluiting komt een lege regel (enter). 
  • Je zet neer door wie de email is geschreven. 
  • Let op hoofdletters.

Slide 11 - Slide

Bijvoorbeeld 
Groetjes, Daphne 
Groeten, Daphne 
Liefs, Daphne 
Met vriendelijke groeten, Daphne 
Hartelijke groet, Daphne 

Slide 12 - Slide

Onderwerp 
Onderwerp van je email. 
  • Je zet in 1 of 2 woorden neer waar je email over gaat. 

Bijvoorbeeld: 
Informatie 
Bestelling 
Vraag 

Slide 13 - Slide

Bijlage toevoegen 
Een bijlage is een foto of een bestand dat je meestuurt. 

Slide 14 - Slide

Iemand in de CC zetten 
  • CC is iemand anders een kopie van de email sturen. 


Slide 15 - Slide

Opdracht voor diploma 1 
Beantwoord de email van juf Saskia. 
  • De aanhef en de afsluiting
  • Geef antwoord op haar vragen. 
  • Schrijf iets over jezelf. 
  • Stel een vraag aan juf Saskia. 
  • Let op spelfouten, hoofdletters en punten
  • Maak een foto van jezelf en voeg deze als bijlage toe. 
  • Controleer en laat lezen door Dounia of Daphne voordat je hem verstuurt. 

Slide 16 - Slide

Extra voor diploma 2 
  • Zet juf Daphne en juf Dounia in de CC 

Daphne: d.smits@viertaal.nl
Dounia: d.bechaine@viertaal.nl

Slide 17 - Slide