las 1.3( Dichtheid)

Leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
2 Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
3 Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
2 Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
3 Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen
Om een stof te herkennen kijk je welke eigenschappen die stof heeft.

Er bestaan geen verschillende stoffen die precies dezelfde eigenschappen hebben.

Als er maar 1 stofeigenschap anders is, gaat het om een andere stof!

Slide 2 - Slide

grootheden / eenheden
Grootheid: wat je meet
Eenheid: waarin je iets meet

Slide 3 - Slide

Stoffen en eigenschappen

Slide 4 - Slide

Massa en Volume

Slide 5 - Slide

Massa
de massa geeft aan hoeveel je van een stof heeft.

massa wordt gemeten in verschillende eenheden: 
  • milligram (mg)
  • gram (g)
  • kilogram (kg)

de massa kun je bepalen om iets te wegen.

Slide 6 - Slide

Volume / Inhoud
Het volume geeft aan hoe groot een voorwerp is.

Volume wordt gemeten in:
  • milliliter (mL)
  • liter (L)
  • kubieke centimeter (cm3 )
  • Kubieke decimeter (dm3 )
  • kubieke meter (m3 )

Slide 7 - Slide

 Dichtheid
Volume kan je op 2 manier bepalen
2. Onderdompel methode
Ve - Vb = Volume voorwerp

p.s. neem een geschikte
vloeistof.

Slide 8 - Slide

Zijden opmeten en berekenen:
l = 5,0 cm
b = 3,0 cm
h = 4,0 cm 
gevraagd: V          V = l ∙ b ∙ h
                                  V = 5,0 × 3,0 × 4,0
                                  V = 60 cm3
Het volume van een voorwerp kun je bepalen door:
onderdompelmethode:
beginstand = 52 ml
eindstand = 78 ml
gevraagd: het volume

volume = eindstand – beginstand
volume = 78 ml – 52 ml = 26 ml

Slide 9 - Slide

h = 2 cm
b = 1 cm
l = 5 cm
Volume = ?
A
8cm3
B
100cm3
C
20cm3
D
10cm3

Slide 10 - Quiz

h = 1 dm
b = 15 cm
l = 1 m
Volume = ?
A
15cm3
B
150cm3
C
1500cm3
D
15000cm3

Slide 11 - Quiz

1000 mL = ...
A
0,001m3
B
1 L
C
1000cm3
D
1dm3

Slide 12 - Quiz

Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof

                 

Slide 13 - Slide

 Dichtheid:  Wat is dichtheid
Dichtheid geeft aan hoeveel massa van een stof aanwezig is in een bepaalde volume.

Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt... Dit is dus een stofeigenschap!



Slide 14 - Slide

Dichtheid en tempratuur
  • Veel vaste stoffen zetten uit bij hoge tempraturen. Dit betekend dat het volume toeneemt bij hogere tempraturen. 
  • Als het volume toeneemt zal dus ook de dichtheid veranderen.

In de natuurkunde hebben we afgesproken dat als we naar dichtheid kijken het hebben over de dichtheid bij een tempratuur van 20 graden.

Slide 15 - Slide

 Dichtheid
Hoe reken je met de dichtheid

Wat heb je nodig:   2 van de 3 gegevens
Massa
Volume 
en/of 
Dichtheid
en dan kan je de andere uitrekenen

Slide 16 - Slide

De dichtheid van een stof is:
A
Het aantal gram per cm3
B
Het aantal gram per cm2

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Dichtheid berekenen
De dichtheid reken je uit door de massa te delen door het volume:

                                                         ρ=m/V
                  
ρ=Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3)
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3)


Slide 19 - Slide

Fomule Dichtheid
    


ρ (rho, spreek uit: ‘roo’) -> De dichtheid in g/cm3.

    m de massa in gram (g)
    V het volume in kubieke centimeter (cm3)

Slide 20 - Slide

Rekenen met Dichtheid
dichtheid = massa / volume
 

massa = dichtheid x volume

volume = massa / dichtheid


Slide 21 - Slide

Eenheden dichtheid
Als massa in g
Volume in cm³ 
Dan dichtheid in g/cm³


ρ=Vm

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

 Dichtheid
Voorbeeld berekening 1
De dichtheid van een stof bedraagt 2,7 gram/cm3
Er is 58 cm3 van die stof:
Hoeveel gram van die stof is er dan

Slide 24 - Slide

 Dichtheid
De dichtheid van een stof bedraagt 2,7 gram/cm3
Er is 58 cm3 van die stof

De massa m moet worden berekend
Volgens de driehoek doe je dat door de dichtheid te vermenigvuldigen met het volume

Dus m = p x V = 2,7 x 58 = 156,6 gram


Slide 25 - Slide

 Dichtheid
De dichtheid van een stof bedraagt 0,85 gram/cm3
Er is 580 gram van die stof:

Het volume V moet worden berekend
Volgens de driehoek doe je dat door de massa te delen door de dichtheid 

Dus V = m : p = 590 : 0,85  = 694.1 cm3


Slide 26 - Slide

 Dichtheid
Voorbeeld berekening 3
De massa van een hoeveelheid stof bedraagt 4,8 kg
Er is 535,8 cm3 van die stof:
WElke stof gaat het om?

Slide 27 - Slide

Dichtheid
Voorbeeld berekening 2
De dichtheid van een stof bedraagt 0,85 gram/cm3
Er is 580 gram van die stof:
Wat is het volume van de stof?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

 Dichtheid
De massa van een hoeveelheid stof bedraagt 4,8 kg
Er is 535,8 cm3 van die stof:

Het dichtheid p moet worden berekend
Volgens de driehoek doe je dat door de massa te delen door het volume

Dus p = m : V = 4800 : 535.8  = 8,96 g/cm3
Volgens de tabel in BINAS zou dat dus koper moeten zijn

Let op zorg ervoor dat de eenheden goed zijn dus van kg moeten g gemaakt worden


Slide 30 - Slide

Stel je hebt 250 g suiker. Hoeveel kg is dit dan?
Antwoord
g
1000
250
kg
1,0
x

Slide 31 - Slide

Stel je hebt 0,076 L vloeistof. Hoeveel  m3 is dit?
Antwoord
L (dm3)
1000
0,076
m3
1,0
x

Slide 32 - Slide

Bereken de dichtheid van stof x:
Massa is 800 g, Volume 666,7 cm3
A
1,2 gram/cm3
B
1 332 800 g/cm3
C
0,83 g/cm3
D
800 g/cm3

Slide 33 - Quiz

Bereken de dichtheid van stof x:
Massa is 0,8 kg, Volume 0,6667 liter
A
1,2 gram/cm3
B
1 332 800 g/cm3
C
0,83 g/cm3
D
800 g/cm3

Slide 34 - Quiz

De dichtheid van stof x is 19,30 g/cm3
Het volume = 20 cm3
De Massa = ....
A
386 cm3
B
386 g
C
0,965 cm3
D
0,965 g

Slide 35 - Quiz

De dichtheid van stof x is 3,52 g/cm3
De massa = 1,62 gram
Het volume =
A
46,02 cm3
B
0,570 g
C
0,460 cm3
D
2,173 cm3

Slide 36 - Quiz

Een vrachtwagen mag maximaal beladen worden met 24 ton vracht
(= 24 000 kg)
Deze vrachtwagen wordt gehuurd om staal te vervoeren.
Op het laad oppervlak kunnen 8 blokken van 1 m x 1 m x 1m kwijt
Staal komt in alleen blokken van 1 m x 1 m x 1 m
Hoeveel blokken van dit staal kan een vrachtwagen per keer vervoeren
A
8
B
6
C
5
D
3

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Video