Hoofdstuk 5. Planten - Paragraaf 5.3 Planten voeden zich

Wat gaan we doen vandaag:
- Opwarmertje 
- Uitleg 5.3
- Oefenen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag:
- Opwarmertje 
- Uitleg 5.3
- Oefenen

Slide 1 - Slide

Opwarmertje
Timer op 5 min:
Zoek met je tafelgroepje buiten naar voorbeelden van de volgende begrippen:
Houtachtige plant, kruidachtige plant, ringlitteken, bladlitteken, eindknop
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Planten voeden zich
- Je weet wat fotosynthese is
- Je weet hoe je fotosynthese uitschrijft
- Je weet hoe een plant zijn eigen voedsel maakt
- Je weet wat een plant met dit voedsel doet

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) gaan koolzuurgas en water met elkaar reageren met behulp van zonlicht.

4: Door het reageren ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 5 - Slide

Samenvattend:
Water + Koolstofdioxide → Zuurstof + Glucose
Wat de plant hier boven heeft gedaan, noemen wij fotosynthese.
Foto betekent licht, synthese betekent maken. De plant maakt dus iets met licht. Namelijk eten!

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 6 - Slide

Fotosynthese, hoe schrijf je het op?
Water + Koolstofdioxide  → Zuurstof + Glucose 
Nu missen we alleen iets, eerder stond beschreven dat je nog iets nodig had. Namelijk zonlicht! Waarom staat hij hier dan niet bij? Zonlicht is geen stof, hij hoort niet bij het mengen. Hij moet boven de pijl.
Wij schrijven deze regel dus vanaf nu, zo op:
          Zonlicht
Water + Koolstofdioxide → Zuurstof + Glucose

Slide 7 - Slide

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 8 - Slide

Knollen
Aardappelplanten -> ongeslachtelijke voortplanting door knollen. = ondergronds deel van de stengel met veel reservevoedsel. Een aardappel is een knol.

Slide 9 - Slide

bollen
een bol bestaat uit wortels, de bolschijf en rokken.

de rokken zijn verdikte bladeren met reservevoedsel. 

als een bol uitloopt ontstaat er uit een knop een plant

Slide 10 - Slide

Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Slide 11 - Quiz

Welke organismen leven van het voedsel dat de bladeren van planten maken?
A
De planten zelf
B
Dieren
C
Planten en dieren
D
De kinderen van de plant, de plant zelf en dieren

Slide 12 - Quiz

Welke stof wordt vooral door de plant gebruikt om te groeien?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Mineralen

Slide 13 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 14 - Quiz

Waardoor kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?

Slide 15 - Open question

In de nacht kan een plant ook fotosynthese doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Wij ademen koolstofdioxide uit en de plant ademt dit in. Met zuurstof is dit andersom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Planten slaan het gemaakte voedsel op in de wortels, stengels of bladeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Als de plant eten opslaat in de bladeren noem je dit een "knol"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is een "knol"?

Slide 20 - Open question

Waar gebruikt een parasiet een gastplant voor?

Slide 21 - Open question