Paragraaf 10.2 en 10.3

Brandhaard Midden-Oosten
Paragraaf 10.2 en 10.3
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Brandhaard Midden-Oosten
Paragraaf 10.2 en 10.3

Slide 1 - Slide










Het Romeinse Rijk (1e eeuw)

Slide 2 - Slide

Joden in het Romeinse Rijk 
  • Leefden in de provincie Judea

  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1

  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 3 - Slide

Joodse diaspora
  • Na een Joodse opstand worden Joodse rituelen verboden en de Joodse Tempel werd verwoest (70 na Chr.

  • Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de province Judea (latere naam: Syria-Palestina)

  • De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Christendom
  • Uit het Joodse geloof was het Christendom ontstaan.  
  • Belangrijk verschil: christenen willen anderen bekeren.
  • Grote delen van Europa en het Midden-Oosten werden hierdoor christelijk. 

Slide 6 - Slide

Jeruzalem
  • Voor alle drie de geloven is Jeruzalem een heilige stad met belangrijke heiligdommen. 
  • Daardoor is er heel wat strijd geweest over wie Jeruzalem mag besturen.
  • Ook nu is hier nog ruzie over. 

Slide 7 - Slide


Zionisme
  • In de 19e eeuw is het nationalisme sterk in opkomst, zo ook bij veel Joden. 
  • De Joden streven naar een eigen staat in hun oude 'beloofde land'. Dit nationalisme wordt zionisme genoemd. Zion is de naam van een berg in Jeruzalem
  • Na de Holocaust is het zionisme sterk toegenomen
  • Veel Joden zijn voor de Pogroms weggevlucht uit Oost-Europa en willen terug naar de heilige stad Jerusalem.  

Slide 8 - Slide

Het Ottomaanse Rijk

Slide 9 - Slide

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
  • 1916: McMahon-Hussein-correspondentie: Britten beloven, als ze helpen de Turken te verslaan, onafhankelijkheid voor de Arabieren

  • 1916: Sykes-Picot-verdrag: Frankrijk en Groot-Brittannië maken geheime afspraken om het gebied onderling te verdelen.


  • 1917: Balfour-verklaring: Britten beloven de Joden, een Joods nationaal tehuis, in ruil voor steun aan de Britten

Slide 10 - Slide

Na de Eerste Wereldoorlog (1919)
  • Onderhandelingen in Versailles

  • Zowel Palestijnse Arabieren als Joden gaan er vanuit dat de beloften worden ingelost: een eigen staat

  • Onderhandelaars (lees: Frankrijk en Groot-Brittannië) vinden dat het Midden-Oosten nog niet klaar is voor onafhankelijkheid

Slide 11 - Slide

Vrede van Versailles (1919)
  • Het Midden-Oosten wordt voorlopig bestuurd door de Volkenbond (voorloper van de Verenigde Naties)

  • De Volkenbond geeft Frankrijk en Groot-Brittannië de opdracht het gebied te besturen: mandaat

  • Van de Volkenbond moet Groot-Brittannië zich aan de Balfour-verklaring houden, niet aan de afspraken die gemaakt zijn met de Arabieren

  • 1922: Mandaatgebied Palestina

Slide 12 - Slide

Zionisme
- Na WO I: Midden-Oosten mandaatgebieden van Frankrijk en Engeland
- Britten beloven joden een eigen staat
- Britten vragen VN om hulp
- VN komt met verdelingsplan: Joden akkoord, Arabieren niet. 

Slide 13 - Slide

Mandaatgebieden in het Midden-Oosten

Slide 14 - Slide


Mandaatgebied
Palestina
1922-1948





Groot-Brittannië moet het gebied
namens de Volkenbond besturen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Joodse immigratie - Palestijnse problemen (1)
  • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

  • Welgestelde Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

Slide 17 - Slide

Joodse immigratie – Palestijnse problemen (2)
  • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

  • In het gebied ontstaan rellen

  • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op: Hagana

Slide 18 - Slide

Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (1)
  • Anti-Joodse wetten (Neurenberger Rassenwetten, 1935) zorgen voor emigratie uit Duitsland

  • Veel Joden willen het liefst naar de Verenigde Staten, maar dat land heeft strenge immigratiewetten

  • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

Slide 19 - Slide

Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (2)
  • Burgeroorlog tussen Joden en Palestijnse Arabieren 

  • Arabieren plegen aanslagen op zowel Joden als Britten (die soms samenwerkten), en Joden plegen aanslagen op Arabieren en Britten

  • Onoverzichtelijke situatie waar de Britten zich geen raad mee weten

Slide 20 - Slide

MacDonald White Paper (1939) (1)
  • Een White Paper (Nederlands: witboek) is een regeringsplan

  • Hierin stonden de plannen van de Britse regering voor Palestina

  •  Binnen tien jaar zou er zelfbestuur komen voor Palestina. Joden en Arabieren zouden dit samen uitvoeren, over een gemengd Arabische-Joodse staat.

Slide 21 - Slide

MacDonald White Paper (1939) (2)   
  • De Joodse immigratie werd beperkt tot 15.000 mensen per jaar, voor de komende vijf jaar. Daarna mocht de Arabische bevolking hierover beslissen. 

  • De landaankoop door Joden werd beperkt.

  • Britten verlaten het gebied binnen tien jaar

Slide 22 - Slide

Gevolgen van het Witboek

  • De timing was zeer ongelukkig: de situatie voor Joden in Europa werd steeds gevaarlijker (Kristallnacht en de Holocaust), terwijl de mogelijkheden om te migreren/vluchten steeds moeilijker werd

  • Joden waren zeer teleurgesteld: dit was in strijd met de Balfour-verklaring uit 1917

  • Palestijnse Arabieren waren ook teleurgesteld, maar het geweld nam wel af.

Slide 23 - Slide

Na de Tweede Wereldoorlog 

  • Veel Joden willen weg uit Europa, zelfs na de oorlog was er veel antisemitisme

  • Emigreren naar Palestina was moeilijk: de Britten hielden vast aan hun Witboek

  • De Hagana hielp met illegale emigratie naar Palestina

Slide 24 - Slide

Steeds meer spanningen in Palestina
  •  Joodse migranten worden onderschept op zee en teruggestuurd

  • Sommigen worden vastgezet in kampen op Cyprus

  • Reactie: extremistische Joden (Irgoen) plegen aanslagen op Britse doelen in Palestina

Slide 25 - Slide

Tweestaten-oplossing (1947)
  • De Britten hebben het mandaatgebied niet meer onder controle. Het gebied wordt overgedragen aan de Verenigde Naties (VN)

  • De VN komt met een Verdelingsplan: het gebied wordt verdeeld in een Joodse- en Arabische staat. Jeruzalem komt onder bestuur van de VN te staan.

Slide 26 - Slide

'De erfenis'

Slide 27 - Slide

De eerste jaren van de staat Israël (1)

  • Het Verdelingsplan brengt geen rust: geweld tussen Joden en Palestijnse Arabieren blijft. 

  • Grote groepen Palestijnse Arabieren vluchten weg uit het gebied.

Slide 28 - Slide

De eerste jaren van de staat Israël (2)
  • 14 mei 1948: David Ben Goerion roept de Joodse staat Israël uit

  • 15 mei 1948: de laatste Britten vertrekken uit het mandaatgebied Palestina

  • 16 mei 1948: de Arabische landen Egypte, Syrië, Libanon en Jordanië vallen Israël aan

Slide 29 - Slide

De eerste jaren van de staat Israël (3)
  • De Verenigde Staten erkennen Israël snel: een niet-Arabische, democratische bondgenoot in het Midden-Oosten is voor hen erg belangrijk

  • De Verenigde Staten zijn een belangrijke bondgenoot (en kunnen wapens leveren)

Slide 30 - Slide

Arabisch-Israëlische Oorlog (1948-1949)
Israël: de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog
Palestijnen: al-Nakbah ('de Ramp')

  • Israël wint de oorlog en verovert veel gebieden: ook gebieden die  door de VN aan de Palestijnse Arabieren waren toegezegd

  • Ruim 700.000 Palestijnse Arabieren vluchten uit Israël 

Slide 31 - Slide

Video
Andere Tijden: al-Nakbah

Slide 32 - Slide

Zesdaagse Oorlog, 1967 

  • Israël vreest een aanval van drie kanten door Egypte, Jordanië en Syrië 

  • Israël besluit niet af te wachten en valt zelf aan.

Slide 33 - Slide

Zesdaagse Oorlog, 1967 
  • Israëlische verplettert in 6 dagen Egypte, Jordanië en Syrië

  • Israël bezet grote stukken land: 
Sinaï en Gazastrook (van Egypte), Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem (van Jordanië) en de Golan (van Syrië)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Al-Fatah strijdorganisatie PLO

Slide 37 - Slide

Israël en de Palestijnen
  • Israël kreeg te maken met toenemend verzet in de Palestijnse gebieden.
  • 1987 brak een opstand uit: 1e intifada.
  • Israël gaat onderhandelen met grootste vijand: PLO.
  •  O.l.v. Amerika kwam er in 1993 een akkoord:
  1.  De PLO erkende Israël. 
  2.  Israël beloofde de Palestijnen zelfbestuur in de Gazastrook. 
  • 2000: brak een 2e intifada uit door Hamas.

Slide 38 - Slide

Israël en de Palestijnen
  • Hamas is in tegenstelling tot de PLO niet seculier. 
  • Er kwam een einde aan de 2de intifada toen Israël zijn leger en kolonisten weghaalde uit 'bezet gebied'. 
  • Hierna brak er een strijd uit tussen Al Fatah en de PLO onder de Palestijnen. 
  • Hamas en Israël zijn tot vandaag aartsvijanden. 

Slide 39 - Slide

De leider van de PLO was
A
David Ben Goerion
B
Anwar Sadat
C
Yasser Arafat
D
Osama Bin Laden

Slide 40 - Quiz

Waarom werd de PLO opgericht?
A
Om een Palestijnse staat op te richten
B
Vrede met Israël te stichten
C
Om een Palestijnse staat op te richten en het vernietigen van de staat Israël
D
Naast Israël een Palestijnse staat te stichten.

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Belangrijke begrippen
Diaspora: De verspreiding van de Joden over de wereld.
Ottomaanse Rijk: Het Turkse Rijk (1450-1918)
Mandaatgebieden: Land dat werd bestuurd door Fr. of GB. uit naam van de Volkenbond/Verenigde Naties
Arabisch nationalisme: De wil om in het Midden-Oosten één Arabische staat te stichten. 
Antisemitisme: Jodenhaat
Pogrom: Gewelddadige, georganiseerde aanval tegen Joden.
Zionisme: Joods nationalisme met de wil naar een eigen land. 

Slide 44 - Slide