Basisvoeding les 5

Zijn jullie klaar voor les 5?
1 / 26
next
Slide 1: Mind map
BasisvoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zijn jullie klaar voor les 5?

Slide 1 - Mind map

Wat zijn essentiële eiwitten/aminozuur ketens?
A
Eiwitten die je lichaam niet nodig heeft.
B
Eiwitten die je lichaam soms nodig heeft.
C
Eiwitten die je lichaam nodig heeft

Slide 2 - Quiz

Hoe lang duurt het tot je lichaam al je spieren vernieuwd heeft?
A
1 jaar
B
100 dagen
C
250 dagen
D
Dit gebeurt niet

Slide 3 - Quiz

Waar zitten eiwitten in?

Slide 4 - Mind map


VETTEN

Slide 5 - Slide

Wat weet je over vet?

Slide 6 - Mind map

Vet is ongezond
timer
0:30
-2100

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Video

Vetten
Vetten zijn :
-Brandstof
   - Reservestof
-Bouwstof

Onverzadigde vetten zijn OKE..
Verzadige vetten zijn minder gezond

Slide 9 - Slide

timer
1:00
Onverzadigde vetten.
Verzadigde vetten.

Slide 10 - Drag question

Verzadigde vetten
  • Dierlijk: melkproducten, kaas, boter, eieren en vet vlees (vast)
  • Plantaardig: kokos, cacao, palmvet (hard)

Slide 11 - Slide

Onverzadigde (gunstige) vetten
  • Olijfolie 
  • koolzaadolie
  • plantaardige margarines
  • Noten

Slide 12 - Slide

Meervoudig onverzadigde vetten
  • Olie "lijnzaad, zonnebloem, mais, soja, druivenpit" 
  • vette vis
  • walnoten, pijnboompitten, lijnzaad
  • speciale margarines 

Slide 13 - Slide

waarom hebben we vetten nodig?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Subtraatkeuze
Definitie: welke stof een sporter hoofdzakelijk gebruikt om energie uit te halen (koolhydraten/vetten)

Slide 16 - Slide

De opslagcapaciteit voor vet is onbeperkt. Waar of nietwaar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Het meeste vet bevindt zich onder de huid, tussen de organen in de buikholte en een klein beetje in de spieren. Waar is het van afhankelijk waar het vet zich opslaat?
A
Lengte
B
Geslacht
C
Afkomst
D
Lichaamsbouw

Slide 18 - Quiz

Welk vetgedeelte wordt het eerst als brandstof aangesproken bij lichamelijk inspanning?
timer
0:30
A
In de spieren
B
Onder de huid
C
Buikvet
D
tussen de organen in de buikholte

Slide 19 - Quiz

Waar is de subtraatkeuze van afhankelijk?
timer
0:30
A
Wat je die dag hebt gegeten?
B
intensiteit en duur training
C
getraindheid
D
duur van je slaap

Slide 20 - Quiz

Naarmate iemand beter getraind is, zal hij gemakkelijker zuurstof kunnen opnemen en vetten verbranden.

Slide 21 - Open question

Tijdens een lichte inspanning verbrandt een sporter relatief meer vetten.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Naarmate de inspanning langer duurt worden er meer vetten verbruikt?
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Vragen?
vragen?

Slide 24 - Slide

huiswerk:


  • Werken aan hoofdstuk 6 (vetten) voedingsopdracht 
  • Verwerkingsvragen over het hoofdstuk vetten


Slide 25 - Slide

Verwerkingsvragen
19.Noem vijf producten die rijk zijn aan plantaardige vetten.

20.Noem vijf producten die rijk zijn aan dierlijke vetten.
21.Hoe kan je (bij kamertemperatuur) merken of een vet plantaardig is of dierlijk? Zijn er ook uitzonderingen…?
22.Geef drie gunstige eigenschappen van vet.
23.Wat de gemiddelde vetbehoefte van een mens? Kan je ook situatie bedenken waarin juist meer of minder vet belangrijk is. 



Slide 26 - Slide