Stap 3: vertel in eigen woorden het Bijbelverhaal na.
Vertel in je eigen woorden het wie, wat, waarom en hoe van de tekst. Schrijf de antwoorden op je blad:Wie? Wie is/zijn de hoofdperso(o)n(en) van het verhaal?
Wat? Wat gebeurt er in het verhaal/wordt er verteld?
Waarom? Waarom gebeurt dit?
Hoe? Hoe gebeurt dit?
Vind je het niet in de tekst? Lees dan ook de titels van de teksten om jouw tekst heen.