JRB 2.1 Kijk en vergelijk !

Wat voor consument ben jij?
§2.1 Kijk en vergelijk !
1 / 45
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat voor consument ben jij?
§2.1 Kijk en vergelijk !

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • opening/opstarten 
  • Leerdoelen 2.1 
  • Uitleg Hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 Kijk en vergelijk! 
  • Zelf aan de slag! 
  • Afsluiten 
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe is de toets gegaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Hoe was de moeilijkheid van de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

beschrijf wat je het meest lastig vond.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen 2.1
Je leert:
  • Waar je betrouwbare productinformatie vandaan haalt.

  • Wat een vergelijkend warenonderzoek is.
  • Hoe je prijzen vergelijkt.
  • Wat de betekenis is van keurmerken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1. Hoe kiezen jullie een nieuwe telefoon?

2. Wat vinden jullie belangrijk aan een telefoon?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2.1 Kijk en vergelijk!
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument, door bijvoorbeeld:
  • onpartijdige productinformatie
  • Informatie over rechten en plichten
  • Acties voeren bij fabrikanten of bij de overheid om belangen van consumenten te beschermen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Als je een laptop wilt kopen of iets anders wat heel duur is, Waar let je dan op bij je keuze?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vergelijkend warenonderzoek
Vergelijkend warenonderzoek:
  • onafhankelijk onderzoek waarbij gelijksoortige producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Goed vergelijken ? -> Omrekenen naar gelijke hoeveelheden
-> Om een juiste prijsvergelijking te maken moet je alle prijzen omrekenen naar een prijs per standaardgewicht!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld omrekenen
Tip; gebruik hiervoor de verhoudingstabel
690 : 690 x 100 boven
2,40 : 690 x 100 onder = 0,347....... = 0,35 per 100 gr.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Timo koopt in de supermarkt een pakje kipfilet. Op de verpakking staan twee prijzen: de prijs per kilo: € 8,00, en het bedrag dat Timo moet betalen. In het pakje zit 165 gram kipfilet.

Reken uit hoeveel Timo moet betalen.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welke reep chocola is het duurst?

(reken alles eerst om naar 100 gram!)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Prijsverschil in procenten
Hoeveel % is ........ duurder dan ........ ?
                                                                 100 %
was         ....... = 100 %
wordt     ........
verschil ........
Maak vervolgens een verhoudings tabel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Consumer Power
Invloed op de fabrikant door als groep consumenten op te treden.


Voorbeelden
  1. samen protesteren
  2. Een product masaal niet kopen

Doel: fabrikant moet iets gaan veranderen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Keurmerken

Geeft de consument zekerheid dat het product of de producent aan bepaalde eisen voldoet.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

betrouwbare webwinkels

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

producten met minder calorieën, vet, suiker of zout

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

veiligheid electrische producten

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

reisorganisaties houden zich aan de wet en afgesproken regels

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


A
staat op producten met minder vet, zout of suiker
B
keurmerk voor webwinkels voor betrouwbaarheid
C
staat op elektrische producten die veilig zijn
D
keurmerk voor reisondernemingen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


A
staat op producten met minder vet, zout of suiker
B
keurmerk voor webwinkels voor betrouwbaarheid
C
staat op elektrische producten die veilig zijn
D
keurmerk voor reisondernemingen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


A
staat op producten met minder vet, zout of suiker
B
keurmerk voor webwinkels voor betrouwbaarheid
C
staat op elektrische producten die veilig zijn
D
keurmerk voor reisondernemingen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maken opdrachten  1 tot en met 7 (vanaf blz 40)
van paragraaf 2.1 Kijk en vergelijk!

Klaar? maak dan de oefenopgaven van 2.1

Meer hulp nodig?
Dan gaan we samen aan de slag!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

biologische producten
Biologische producten

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

eerlijke producten

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen 2.1
Je herhaalt:
  • waar je betrouwbare productinformatie vandaan haalt
  • hoe je prijzen vergelijkt
  • wat een vergelijkend warenonderzoek is
Je leert:
  • wat de betekenis is van keurmerken
  • wat de acm is en wat ze doen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

ACM
  • Autoriteit consument & markt
  • Overheidsinstelling die erop toeziet dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk concurreren. 
  • Site: www.Consuwijzer.nl
  • Je kunt hier terecht voor advies over je rechten als consument. 
  • ACM kan boetes opleggen aan bedrijven, bv bij afspraken over prijzen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave  1 tot en met 10      van blz 40 en verder. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 36 - Slide

Sponsopdracht: 1b en c
Een reep chocola van Verkade kost € 0,95 voor 75 gram. Hoeveel kost 100 gram?
A
€ 1,26
B
€ 1,27
C
€ 0,71
D
€ 0,70

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Je betaalt € 0,59 voor een kilo suiker. Wat kost een pak van 1,5 kilo?
A
€ 0,39
B
€ 0,59
C
€ 0,89
D
€ 1,06

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeld
Een reep chocola van Verkade kost € 0,95 voor 75 gram. Hoeveel kost 100 gram?

stap 1: de prijs per gram
stap 2: vermenigvuldigen met het aantal gram waarvan de de prijs wilt weten

Dus: (0,95 : 75) x 100 = € 1,27

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Wie geeft de beste 'koop' informatie over een iPad?
A
de docent
B
een vriend
C
de consumentenbond
D
apple store

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?
A
ANWB
B
Vereniging Eigen Huis
C
IKEA
D
Goede Waar & Co

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek naar...
A
verschillende producten
B
dezelfde soort producten

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Is een keurmerk altijd betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Bedankt
stoelen aanschuiven

tot de volgende keer.
PS het huiswerk zet ik in SOM

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions