Blok 2 - Organiseer je onderneming

Aan de slag
Blok 2a - Organiseer je onderneming

T.boertien@ooz.nl
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan de slag
Blok 2a - Organiseer je onderneming

T.boertien@ooz.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je?
  • De verschillende ondernemingsvormen
  • Een organisatieplan maken
  • Werken met een sjabloon

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Alle ondernemingsvormen
In het filmpje:
  • eenmanszaak
  • vennootschap onder firma (vof)
  • besloten vennootschap (bv)
Overig
  • naamloze vennootschap (nv) -> grote bedrijven (Apple)
  • stichting of vereniging -> doel: géén winst
Eenmanszaak
  • Zeggenschap: De eigenaar beslist alles zelf.
  • Oprichting: Simpel en goedkoop, inschrijven bij de Kamer van Koophandel.
  • Vermogensbehoefte: Geld moet meestal van de eigenaar komen, of via een lening.
  • Aansprakelijkheid: De eigenaar is persoonlijk verantwoordelijk voor alle schulden.
  • Continuïteit: Als de eigenaar stopt of overlijdt, stopt de eenmanszaak vaak ook.
VOF
  • Zeggenschap: De beslissingen worden samen door de eigenaren (vennoten) genomen.
  • Oprichting: Simpel en goedkoop, inschrijven bij de Kamer van Koophandel en afspraken maken in een contract.
  • Vermogensbehoefte: Alle vennoten brengen geld of spullen in, of lenen samen.
  • Aansprakelijkheid: Alle vennoten zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de schulden, ook voor wat een andere vennoot doet.
  • Continuïteit: Als een vennoot stopt of overlijdt, moet vaak een nieuwe afspraak worden gemaakt of stopt de VOF.






bv
  • Zeggenschap: De directeur(en) nemen beslissingen, aandeelhouders hebben invloed.
  • Oprichting: Iets ingewikkelder en duurder, via een notaris en inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
  • Vermogensbehoefte: Geld komt van aandelen die verkocht worden of via leningen.
  • Aansprakelijkheid: De BV is verantwoordelijk voor schulden, niet de eigenaar persoonlijk (tenzij er fraude is).
  • Continuïteit: De BV blijft bestaan als een directeur of aandeelhouder stopt of overlijdt.






nv
  • Zeggenschap: Het bestuur beslist, aandeelhouders hebben invloed via een vergadering.
  • Oprichting: Ingewikkelder en duurder, via een notaris en inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
  • Vermogensbehoefte: Geld komt van aandelen die op de beurs verkocht worden.
  • Aansprakelijkheid: De NV is verantwoordelijk voor schulden, niet de aandeelhouders persoonlijk.
  • Continuïteit: De NV blijft bestaan, ook als een aandeelhouder stopt of zijn aandelen verkoopt.
stichting
  • Zeggenschap: Het bestuur beslist, er zijn geen leden of aandeelhouders.
  • Oprichting: Via een notaris en inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
  • Vermogensbehoefte: Geld komt vaak van donaties, subsidies, of inkomsten uit activiteiten.
  • Aansprakelijkheid: De stichting is verantwoordelijk voor schulden, niet het bestuur (tenzij er fraude is).
  • Continuïteit: De stichting blijft bestaan, ook als bestuursleden wisselen of stoppen.

Slide 4 - Slide

Helemaal overig:  Een commanditaire vennootschap heeft beherende en stille vennoten. De stille vennoot is de geldschieter.
Natuurlijke & rechtspersonen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke ondernemingsvormen hebben aandeelhouders?
A
Eenmanszaak en Vof
B
BV en NV

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke ondernemingsvormen zijn geen rechtspersonen
A
Naamloze Vennootschap
B
Eenmanszaak
C
VOF
D
Besloten Vennootschap

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Ondernemingsvorm met altijd één eigenaar.
A
BV
B
VOF
C
eenmanszaak
D
NV

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Boekhouding
Bestaat uit:
  1. Balans
  2. Dagboek
  3. Grootboek
  4. Resultatenrekening 

Elke onderneming moet een jaarrekening/ verslag maken


overzicht waarin alle bezittingen van een bedrijf staan en hoe deze zijn betaald aan het begin van een periode
overzicht waarin alle financiële veranderingen worden opgeschreven. Het eindresultaat wordt verwerkt in het grootboek
Dezelfde veranderingen worden bijgehouden in dit overzicht. Na iedere verandering moet het grootboek in balans zijn
overzicht waarin de opbrengsten en kosten worden bijgehouden
Balans en een winst-en-verliesrekening of exploitatieoverzicht over het afgelopen jaar met een toelichting daarop.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wetten en vergunningen
Wetten                                                  Vergunningen
Winkeltijdenwet
bij een winkel heb je te maken met openingstijden die door de overheid zijn bepaald.
Arbowet
in deze wet staat aan welke regels over veilig en gezond werken bedrijven zich moeten houden.
Wet bescherming persoonsgegevens
hierin staat hoe je moet omgaan met de persoonlijke gegevens van klanten en personeel
Wet op de omzetbelasting
op de factuur die je verstuurt aan klanten moeten je btw-nummer, het btw-tarief, het btw-bedrag en een uniek factuurnummer staan.
Octrooi
heb je iets nieuws bedacht? Regel dan octrooi. Je hebt dan voor een paar jaar als enige het recht om dat product te verkopen of te produceren.
Horecavergunning
bij het starten van een café of restaurant moet je een vergunning aanvragen.
Omgevingsvergunning
als je een reclamebord wilt aan de buitenkant van je bedrijfspand of je belast het milieu, dan moet je daarvoor een vergunning aanvragen.
Evenementvergunning
als je een evenement zoals een danceparty organiseert, moet je daarvoor een vergunning aanvragen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions


Waarover betaal je btw als ondernemer?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Overige begrippen blok 2
  • Freelancer of ZZP'er: Persoon die in opdracht diensten verleent. 
  • Branche: Vakgebied van bedrijven die producten maken die met elkaar te maken hebben.
  • Bestemmingsplan: Plan dat een gemeente maakt over de toekomstige inrichting van een deel van de gemeente

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
  • Maken blok 2 opdracht 1 t/m 18 (3 & 8 niet)
  • Maken ondernemingsplan paragraaf 2 organisatieplan

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Blok 2b - Organiseer je onderneming

T.boertien@ooz.nl

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • 7 herhalingsvragen 
  • Aan de slag met opdrachten blok 2 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wanneer moet je als ondernemer met een kledingzaak in het bestemmingsplan van de gemeente kijken?

Als de ondernemer…

A
een nieuwe winkel wil openen
B
een ruimte huurt om te vergaderen
C
een schoenenwinkel overneemt
D
een opslagruimte gaat huren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke ondernemerskwaliteit hoort bij de volgende omschrijving?

Je kent jezelf. Je weet wat je sterke kanten zijn, maar je bent je ook bewust van je valkuilen.

A
Creativiteit
B
Financieel inzicht
C
Leiderschap
D
Zelfinzicht

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
Tweemanszaak
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft een ondernemingsvorm aan ?
A
in welk pand het bedrijf gevestigd is en hoeveel mensen er werken
B
wie verantwoordelijk is, en welke belastingen er betaald worden
C
hoeveel mensen er werken en wie de eigenaar is

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke ondernemingsvormen zijn geen rechtspersonen
A
Naamloze Vennootschap
B
Eenmanszaak
C
VOF
D
Besloten Vennootschap

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Voor wie stelt de ondernemer een ondernemingsplan op?
A
Voor zichzelf, voor geldschieters en voor de Kamer van Koophandel.
B
Alleen voor zichzelf.
C
Alleen voor geldschieters en de Kamer van Koophandel.
D
Voor zichzelf en voor geldschieters.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In je CV staat dat je afgelopen zomer in een strandtent hebt gewerkt.

Onder welk kopje in je cv komt dit te staan?

A
Opleidingen
B
Persoonlijke gegevens
C
Werkervaring
D
Sterke punten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
  • Maken blok 2 opdracht 1 t/m 18 (3 & 8 niet)
  • Maken ondernemingsplan paragraaf 2 organisatieplan

Slide 24 - Slide

This item has no instructions