Past Simple - uitleg

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Past simple

Past Simple

Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd op een specifiek moment en het ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een wanneer het gebeurd is.

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007
• this morning
  

 Regelmatige werkwoorden

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked

it rains-> it rained

they listen-> they listened

Wat is de Past Simple van work?

1. works
2. worked
3. working
4. work

Wat is de Past Simple van help?

1. helping
2. helpd
3. helps
4. helped

Wat is de Past Simple van recommend?

1. recommanding
2. recommend
3. recommended
4. recommends

 Spelling Past Simple

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:

I live - I lived

you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:

I drop - I dropped

they plan - they planned

 Spelling Past Simple

Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:

I carry- I carried

you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:

I play - I played

Wat is de Past Simple van stay?

1. staid
2. stayed
3. stayid
4. stayied

Wat is de Past Simple van believe?

1. believeed
2. believes
3. believe
4. believed

Wat is de Past Simple van stop?

1. stoped
2. stopied
3. stopped
4. stopd

Wat is de Past Simple van study?

1. studyd
2. studyied
3. studyed
4. studied

Wat is de Past Simple van shop?

1. shopped
2. shoped
3. shopd
4. shoppd

Wat is de Past Simple van marry?

1. marryd
2. marryed
3. married
4. marryied

Past Simple - Vraag

Vraagzinnen

Did + onderwerp + hele ww :

Did you walk to school yesterday?

Let op! 

Maar 1 woord staat in de verleden tijd!  Did is verleden tijd van do. 

Did you walked?  = fout

Past Simple - Vraag

Vraagzinnen

Staat er was, were of could in de zin?

Dan plak je dat woord vooraan in de zin en dan komt de rest van de zin erachter.

I was in Italy two days ago. --> Was I in Italy two days ago.

Task

Do exercise 56 on page 65. (5min)

Done? Read grammar 2b on page 66 and try to make exercise 58 c.

Is this too difficult? Then you can do exercise 57.

Which question in the past simple is correct?

1. Did I tried to help her?
2. Tried I to help her?
3. Did I try to help her?

Which one is the correct question in past simple?

1. Walked you to school yesterday?
2. Did you walked to school yesterday?
3. Did you walk to school yesterday?

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Ontkennende zinnen

Didn't + hele ww :

You didn't walk to school yesterday.

Let op!

Maar 1 woord staat in de verleden tijd! Did is verleden tijd van do.

You didn't walked? = fout

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Ontkennende zinnen

Zie je was, were of could in de zin staan dan maak je deze woorden ontkennend door er n't of not achter te zetten.

Weren't / wasn't / couldn't

Were not / was not / could not

You didn't walked? = fout

Task

do exercise 58c on page 66.

Done? You will make the worksheet that's on your table.

Done pt 2? Slimstampen Online (you can choose what you want to practise)

Fill in the Past Simple (-).
Bob ..... his teacher

1. didn't liked
2. didn't like
3. did'nt liked
4. liked not

How do you make the past simple (-)?

1. didn't + ww+ed
2. didn't + ww
3. don't + ww
4. doesn't + ww

Klopt! 

Klopt niet! 

Een (+) past simple eindigt altijd op -ed

Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 

Je ontkent een past simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 

Past Simple gaat om een specifiek moment in het verleden.

Je gebruikt de Past Simple als...

1. in de toekomst
2. gewoonte iedere dag
3. specifiek moment in het verleden en afgerond
4. verleden en nu nog bezig

I understand the past simple.

😒🙁😐🙂😃

Wat nu?

Werk aan de werkbladen over de present simple, present continuous en past simple.