Week 8 De wereld en ik (BK)

 Stereotypen en vooroordelen
De Wereld en IK!
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

 Stereotypen en vooroordelen
De Wereld en IK!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Actualiteit (de dag vandaag)
  • Voorkennis activeren 
  • Leerdoelen van de les 
  • Uitleg stereotypen en vooroordelen
  • Opdracht. proppenspel
  • Uitleg tolerantie
  • # Exit ticket 

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Actualiteit
klik hier om naar De dag vandaag te gaan.

Bespreek de actualiteit aan de hand van de gegeven items. (max. 10 min.)

Slide 4 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

LEZEN 10 min
Leesmoment
timer
10:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

      Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Weet ik wat stereotypen en vooroordelen zijn.
  • Kan ik de meest voorkomende stereotypen en vooroordelen benoemen. 
  • Weet ik wat tolerantie betekent. 

Slide 7 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Wat is discriminatie?
A
Een oordeel op basis van je gevoel
B
Een oneerlijke behandeling van een persoon of groep
C
Een voorbarig gevoel
D
Een foute eerste indruk

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Benoem drie vormen
van discriminatie.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Is het erg wat de juf in de klas zegt?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


ERG
NIET ERG

Slide 12 - Poll

This item has no instructions


ERG
NIET ERG

Slide 13 - Poll

This item has no instructions


ERG
NIET ERG

Slide 14 - Poll

This item has no instructions


ERG
NIET ERG

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Stereotype

Een vaststaand beeld of vooroordeel dat vaak niet helemaal waar is en gebruikt
wordt om een hele groep mensen te beschrijven. 
Vooroordeel

Een oordeel vellen over iemand zonder hem goed te kennen, vaak gebaseerd op
stereotypes of overtuigingen zonder bewijs.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions


  • Jongens spelen altijd met auto’s en meisjes met poppen.
  • Oudere mensen snappen niets van computers.
  • Mensen die sportief zijn, zijn altijd gezond.
  • Alle Fransen dragen een baret en eten de hele tijd stokbrood.
  • Mensen met een bril zijn slim.
  • Alle leraren zijn streng.
  • Alle Nederlanders fietsen overal naartoe.

    Deze voorbeelden laten zien hoe snel mensen soms een idee hebben over iemand, zonder echt te weten of het klopt.

Voorbeelden van stereotypen:

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van vooroordelen:

Slide 19 - Slide

Een vooroordeel kan leiden tot discriminatie!
Gaat het hier om een vooroordeel, om stereotype of discriminatie? Sleep de beschrijving naar het juiste vakje!
Vooroordeel
Stereotype
Discriminatie
Wanneer mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld.  
Een oordeel hebben over iemand zonder dat je de feiten of die persoon kent.
Een beeld dat vaak niet waar is en gebruikt
wordt voor een hele groep mensen. 

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Is het een vooroordeel of discriminatie?
Vooroordeel
Discriminatie
De uitsmijter van een club laat jongens met een kleurtje niet binnen.
Alle meisjes met een hoofddoek worden onderdrukt door hun vader en broers.
Een werkgever nodigt sollicitanten met een Arabische achternaam niet uit.
Vrouwen kunnen niet autorijden.

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een stereotype?
A
Een beeld van een groep mensen
B
Een type stereo
C
Een beeld van een groep mensen wat niet hetzelfde is als hoe het echt is
D
Een beeld van een groep mensen die hetzelfde is als hoe het echt is

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een vooroordeel?
A
Een gedachte
B
Een gedachte die automatisch is.
C
Een automatische gedachte
D
Een automatische gedachte die je krijgt over mensen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord is een stereotype
A
Veel Nederlanders lusten kaas
B
In Spanje spreken ze Spaans
C
Alle Amerikanen eten hamburgers
D
In België praten de mensen Nederlands, maar wel een beetje anders

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk antwoord lees je een vooroordeel?
A
Blonde vrouwen zijn niet slim
B
Mensen uit Suriname komen vaak te laat
C
Mannen houden niet van knutselen
D
Vrouwen houden niet van voetbal

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Proppenspel
» Schrijf op het blaadje dat je van de docent krijgt 
   1 stereotype op en 1 vooroordeel

» Je mag het opzoeken op internet of het aan chat GPT vragen
» Als je beide hebt opgeschreven, dan maak je van je papier 
   een prop. 
» Leg de prop op de hoek van je tafel.
» Wacht tot de docent vertelt wat je moet doen.
timer
0:20
timer
4:00

Slide 26 - Slide

Laat de leerlingen 1 stereotype opschrijven en 1 vooroordeel. Als ze daar mee klaar zijn, dan maken ze er een prop van. Als iedereen een prop heeft, geef de leerlingen dan 20 seconden de tijd om de proppen naar elkaar toe te gooien. Wanneer de tijd is verstreken, dan gaat iedereen weer zitten. Laat de leerlingen vervolgens 1 voor 1 een propje pakken en het hardop voorlezen. 

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Tolerant zijn!
In een multiculturele samenleving leven heel verschillende mensen met elkaar samen. Om goed met elkaar te kunnen samenleven, is het belangrijk om tolerant te zijn.

Tolerant = accepteren dat iemand iets op een andere manier doet en is dan jij.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

TOLERANT ZIJN

Slide 29 - Slide

Om goed met elkaar te kunnen samenleven, is het belangrijk om tolerant te zijn.

Je bent tolerant als je accepteert dat iemand iets op een andere manier doet dan jij.

Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt
B
De normen en waarden van anderen accepteren
C
Je aan de wetten houden
D
Mensen in hokjes plaatsen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Zijn deze meiden tolerant?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vind jij Nederland een tolerant land?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  • Stereotypes
  • Vooroordelen
  • Tolerantie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

EXIT TICKET
lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Weet ik wat stereotypen en vooroordelen zijn.
  • Kan ik de meest voorkomende stereotypen en vooroordelen benoemen.
  • Weet ik wat tolerantie betekent. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Sleep de volgende onderdelen naar de juiste plaats
Stereotype
Alle Marokkanen zijn crimineel
Mohamed klinkt Marokkaans, dus hij zal wel een strafblad hebben. 
Vooroordeel 

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Een voorbeeld van tolerantie:
A
elkaar uit de weggaan
B
respect voor je eigen cultuur
C
Respect voor andere culturen
D
alleen met jezelf bezig zijn

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions