Figuren en kaarten

Meten en meetkunde: Vlakke figuren
1 / 37
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Meten en meetkunde: Vlakke figuren

Slide 1 - Slide

Uitleg. Schrijf dit in je map, om te onthouden.
Een vlakke figuur is plat.
Een vlakke figuur heeft een omtrek en een oppervlakte, maar geen inhoud.
De meest bekende vlakke figuren zijn:

Slide 2 - Slide

Weet je nog wat de omtrek is?
A
Omtrek is de lengte van alle zijden bij elkaar
B
Omtrek is lengte keer breedte

Slide 3 - Quiz

Even testen
1) Wat is de omtrek van deze figuur?
2) Wat is de oppervlakte van deze figuur?
3) Hoe heet deze figuur?

Slide 4 - Slide

Weet je nog wat oppervlakte is?
A
Oppervlakte is lengte keer breedte
B
Oppervlakte is de lengte van alle zijden bij elkaar

Slide 5 - Quiz

leerdoelen 

  • Je kent de vlakke figuren 'vierkant', 'rechthoek', 'driehoek' en 'cirkel'. 
  • Je kunt de vormen van de vlakke figuren herkennen in de opdrachten.
  • Je kunt de vormen van de vlakke figuren herkennen om je heen.
  • Je kunt de omtrek en de oppervlakte berekenen van de vlakke figuren.

Slide 6 - Slide

Welke vlakke figuren zie je hier?
A                                                        B                                 C                                 D

Slide 7 - Slide

Welke figuur is dit?
A
Driehoek
B
Cirkel
C
Rechthoek
D
Vierkant

Slide 8 - Quiz

Welke figuur is dit?
A
Driehoek
B
Cirkel
C
Rechthoek
D
Vierkant

Slide 9 - Quiz

Welke figuur is dit?
A
Driehoek
B
Cirkel
C
Rechthoek
D
Vierkant

Slide 10 - Quiz

Welke figuur is dit?
A
Driehoek
B
Cirkel
C
Rechthoek
D
Achthoek

Slide 11 - Quiz

Welke figuren herken je om je heen? Noem de figuur en het voorwerp.

Slide 12 - Open question

Denk aan de technieklessen bij meester Rachid. Noem een voorwerp in het technieklokaal en de figuur ervan.

Slide 13 - Open question

 Opdracht en oefenen
  • Hoofdstuk 10, Meten en meetkunde, 10.4 Vlakke figuren
       Maak opdracht 1 tot en met 4.
  • Ben je al klaar? Maak dan de taak Meten in Numo 

  • We bespreken opdracht 1 tot en met 4.

Slide 14 - Slide

extra opdracht
  • Op internet zoek je nog vijf andere vlakke figuren. 
  • Teken deze ook in je map, onder de  vijf die je al hebt.
  • Zet onder iedere figuur de naam
  • Kleur al je vlakke figuren

Slide 15 - Slide

Weet je de leerdoelen nog?

  • Je kent de vlakke figuren 'vierkant', 'rechthoek', 'driehoek' en 'cirkel'. 
  • Je kunt de vormen van de vlakke figuren herkennen in de opdrachten.
  • Je kunt de vormen van de vlakke figuren herkennen om je heen.
  • Je kunt de omtrek en de oppervlakte berekenen van de vlakke figuren.

Slide 16 - Slide

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 17 - Slide


Hoe vond je 
deze les (gaan)?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Oefening
Pak je wisbordje, schrijf op en geef antwoord:
Voor mij zie ik..........
Achter mij zie ik......
Links van mij zie ik.....
Rechts van mij zie ik......

Slide 19 - Slide

Vertellen wat je ziet.

Slide 20 - Slide

Vertellen wat je ziet

Slide 21 - Slide

Vertellen wat je ziet. (3D)
Een Kubus, een balk en een bol
zijn 3D-figuren. 


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Maken
Opdracht 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 13 
blz. 290 t/m 298

Slide 25 - Slide

Aan welke leerdoelen gewerkt?
  • Je kent de betekenis van de begrippen 'voor', 'achter', ' links' en 'rechts'.
  • Je kent de vormen 'vierkant', 'rechthoek', 'driekhoek' en 'cirkel'. 
  • Je kent de betekenis van 'voorkant', 'achterkant', 'zijkant', 'bovenkant' en     'onderkant'
  • Je kent de 3D-figuren ' kubus', 'balk' en 'bol'.
  • Je weet wat een plattegrond is en kan zelf een eenvoudige plattegrond   tekenen.
  • Je kan een routebeschrijving maken.
  • Je weet wat een legenda is en kan de symbolen aflezen en gebruiken.

Slide 26 - Slide

Plattegrond en kaarten

Slide 27 - Slide

Plattegrond en kaarten

Slide 28 - Slide

Plattegrond en kaarten

Slide 29 - Slide

Plattegrond en kaarten

Slide 30 - Slide

Maken
Opdracht 15 t/m24
blz. 299 t/m 307

Slide 31 - Slide

Aan welke leerdoelen gewerkt?
  • Je kent de betekenis van de begrippen 'voor', 'achter', ' links' en 'rechts'.
  • Je kent de vormen 'vierkant', 'rechthoek', 'driekhoek' en 'cirkel'. 
  • Je kent de betekenis van 'voorkant', 'achterkant', 'zijkant', 'bovenkant' en     'onderkant'
  • Je kent de 3D-figuren ' kubus', 'balk' en 'bol'.
  • Je weet wat een plattegrond is en kan zelf een eenvoudige plattegrond   tekenen.
  • Je kan een routebeschrijving maken.
  • Je weet wat een legenda is en kan de symbolen aflezen en gebruiken.

Slide 32 - Slide

Routes

Slide 33 - Slide

Routes

Slide 34 - Slide

Maken
Opdracht 24 t/m 29 + test jezelf
blz. 309 t/m 317 

Slide 35 - Slide

Je kent.....
  • Je kent de betekenis van de begrippen 'voor', 'achter', ' links' en 'rechts'.
  • Je kent de vormen 'vierkant', 'rechthoek', 'driekhoek' en 'cirkel'. 
  • Je kent de betekenis van 'voorkant', 'achterkant', 'zijkant', 'bovenkant' en     'onderkant'
  • Je kent de 3D-figuren ' kubus', 'balk' en 'bol'.
  • Je weet wat een plattegrond is en kan zelf een eenvoudige plattegrond   tekenen.
  • Je kan een routebeschrijving maken.
  • Je weet wat een legenda is en kan de symbolen aflezen en gebruiken.

Slide 36 - Slide

Wat heb je geleerd?

Leg in 1 minuut uit aan je buurman/buurvrouw
 wat je hebt geleerd.

Na die minuut bespreken we het klassikaal
timer
1:00

Slide 37 - Slide