Werken aan denken les 2 mindset

Ben je klaar voor de les?
Mijn telefoon zit in mijn tas en ik zit recht op mijn stoel.
😒🙁😐🙂😃
1 / 32
next
Slide 1: Poll
Werken aan denkenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Ben je klaar voor de les?
Mijn telefoon zit in mijn tas en ik zit recht op mijn stoel.
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Hoe gaat het echt met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat gaan we doen vandaag?
Motivatie en mindset.
D.M.V vragen en uitleg.
Moment van rust.

Slide 3 - Slide

Wat is een doel dat jij heel graag wil bereiken? (nu of later.)

Slide 4 - Open question

Denk je dat je dit doel kan bereiken?
A
JA!
B
NEE!
C
Als ik er heel hard voor werk!
D
Met veel geluk wel!

Slide 5 - Quiz

Doelen bereiken!
Een doel bereik je niet zomaar. 
We gaan het hebben over twee belangrijke punten die je nodig hebt om je doelen te bereiken:
  • Motivatie.
  • Groei mindset. 

Slide 6 - Slide

Wat is motivatie volgens jouw?

Slide 7 - Open question

Wat is motivatie?
Motivatie: iets wat je aanspoort om iets te doen. Een reden om een bepaalde taak uit te voeren. 
Waar doe je het voor?
Bijvoorbeeld: Ik wil graag de lesstof begrijpen en daarom ben ik gemotiveerd om mijn huiswerk te maken. 

Slide 8 - Slide

Voor deze dingen hoeft niemand mij te motiveren!

Slide 9 - Open question

Dit noem je intrinsieke motivatie.
De motivatie komt vanuit jezelf en niet uit anderen. 

Slide 10 - Slide

Voor deze dingen moet iemand mij motiveren:

Slide 11 - Open question

Dit noem je extrinsieke motivatie.
De motivatie komt niet uit jezelf maar door een ander of door consequenties. 
Bijvoorbeeld: Ik maak mijn huiswerk anders moet ik nablijven. 

Slide 12 - Slide

Deze mensen motiveren mij!

Slide 13 - Open question

Wat is een manier hoe jij jezelf motiveert?

Slide 14 - Open question

Hoe kan jij jezelf motiveren.
Het komt niet vanzelf dus hier een aantal tips! 
  • Zorg ervoor dat je omgaat met gemotiveerde mensen. doe het samen als het kan.
  • Houd jezelf verantwoordelijk voor je resultaten.
  • Denk aan je doel.
  • Het hoeft niet perfect te zijn en het hoeft niet snel te zijn het gaat er om hoe je er komt.
  • Begin gewoon. 
  • Niemand is altijd gemotiveerd of altijd positief. Dus verwacht dit ook niet van jezelf. 
  • Gun jezelf ook rust.

Slide 15 - Slide

Mindset!

Slide 16 - Slide

Wat is een mindset?

Slide 17 - Mind map

Wat is een mindset?
Mindset= je manier van denken en je houding tijdens problemen of groei.
Het gaat er ook om hoe jij kijkt naar je intelligentie en je kwaliteiten. 


Slide 18 - Slide

Je intelligentie kan je niet ontwikkelen. Het staat vast.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Als ik een fout maak dan betekent het dat ik het niet kan.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wanneer het te moeilijk wordt stop ik er mee!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Vaste mindset:
  • Intelligentie staat vast.
  • vermijdt uitdagingen.
  • Geeft snel op.
  • Ziet inspanning als vervelend of nutteloos.
  • Negeert waardevolle feedback.
  • Voelt zich bedreigd door het succes van anderen. 
  • Zien geen mogelijkheden en hebben het gevoel dat ze vast zitten.
Groei mindset:
  • Intelligentie is te ontwikkelen.
  • Gaat uitdagingen aan.
  • Blijft doorgaan bij obstakels.
  • Ziet inspanning als een belangrijk om zijn/haar doel te halen.
  • Luistert goed naar de feedback en neemt deze mee.
  • Leert en raakt geïnspireerd door het succes van anderen.
  • Ze zijn bezig met hun eigen kwaliteiten te ontwikkelen en vertrouwen op hun eigen kwaliteiten. 

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

vaste mindset
Groei mindset
Niemand doet iets voor mij.
Zo ben ik nu eenmaal, ik kan er niets aan veranderen.
Ik ga veranderen, stap voor stap.
Morgen gaat het een stuk beter.
Iedereen kan wiskunde leren.
Iedereen heeft een talenknobbel.
Wat je in je leven kunt, staat vanaf je geboorte al vast.
Als je het echt wilt, kun je altijd beter in iets worden. 
Ik kan het niet.
Dat is niet mijn schuld. 
Iedereen maakt fouten.
Ik kan het nog niet.

Slide 24 - Drag question

Welke negatieve gedachten vormen een obstakel voor jouw?

Slide 25 - Open question

Hoe kan je die negatieve gedachten omdraaien naar een positieve gedachte?

Slide 26 - Open question

In plaats van dit...
Ik maak een fout ik kan dit niet....
Een ander is al veel verder dan mij. Ik voel mij bedreigd.
Ik ben dom en ik blijf dom.

Ik kan het niet. Ik stop ermee.

Het is gewoon te moeilijk.




...denk je dit.
Fouten zijn kansen om te leren.
Een ander is verder dan mij. Ik wil daardoor ook verder komen.
Ik kan mijzelf altijd blijven ontwikkelen en uitdagen.
Ik kan het nu nog niet, maar wat moet ik leren om het te kunnen. 
Dit zal tijd en moeite kosten, maar ik doe mijn best.

Slide 27 - Slide

Hoe kan je de negatieve gedachte die je net hebt opgeschreven behulpzamer maken.

Slide 28 - Open question

Welke gedachte zou je meer helpen bij het halen van je doelen?

Slide 29 - Open question

Moment van rust.

Slide 30 - Slide

Zou je liever;
Altijd natte sokken dragen of maar een keer per jaar je haar wassen?
A
Natte sokken.
B
Haren wassen.

Slide 31 - Quiz

Het moordspel.
Hoe werkt het?
Vier deelnemers worden uitgekozen en drie daarvan gaan naar de gang.
Nummer 1 kiest samen met de rest van de klas wie vermoord is?, Waar deze vermoord is? en Waarmee deze vermoord is?
Daarna komt nummer 2 binnen en nummer 1 beeld de wie, waar en waarmee uit. ER MAG NIET GEPRAAT WORDEN.
Daarna komt nummer drie en gebeurd hetzelfde. uiteindelijk moet nummer 4 het antwoord vertellen. 

Slide 32 - Slide