Frans 27 mei 2020

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

FAIRE : Combineer blauw met rood

wij doen

zij doet

jij doet

ik doe

jullie doen

zij doen

nous faisons

je fais

ils font

tu fais

elle fait

vous faites

Inhoud

• Herhaling grammaire C (faire)
• Uitleg phrases-clés D
• Exercice 16
• Huiswerk

Le verbe faire : doen/maken p. 80 (TB)

Faire du sport

• Voor een sportnaam komt du/de la/de l'

Mannelijke sportnaam ( le karaté)	du	Je fais du karaté.
Vrouwelijke sportnaam ( la danse)	de la	Je fais de la danse.
Sportnaam met een klinker of stomme h ( l' athlétisme)	de l'	Je fais de l' a thlétisme.

Phrases-clés D (TB p. 81)

• Schuingedrukte woorden kunnen worden vervangen!

Het is voetbal = C'est le foot

Het is karate = C'est le karaté

Vertaal: Ik doe aan zwemmen.

Tuyau

• Na aimer, détester, préférer, adorer gebruik je een bepaald lidwoord
• Bepaald lidwoord = le / la / l'/ les

• Je déteste la natation
• Niet: Je déteste de la natation

Tuyau

• Let op: ook een bepaald lidwoord na een ontkenning
• Ik houd niet van zwemmen. --> Je n'aime pas la natation.

• Niet: Je n'aime pas de la natation.

Tuyau

• J'adore le karaté.
• Nous préférons la danse.

• Ontkenning:
• Je n'adore pas le karaté.
• Nous ne préférons pas la danse.

-d, -t, -s

• De laatste letter van een woord spreek je meestal niet uit:

quand       natation       copain       trois

• Bij leenwoorden uit het Engels vaak wel:

tennis       bus       basket       foot       hand-ball       week-end

d/t/s wordt wel uitgesproken

d/t/s wordt niet uitgesproken

Sleep naar de juiste kolom

Heb je nog vragen?

Huiswerk

• Maak de opdrachten online of in je werkboek.
  
• Als je het in je werkboek maakt, mail je foto's. 

Maken: ex. 22, (24)

Leren: voca F 

Herhalen: grammaire C (faire), être, avoir, les nombres, regelmatige ww op -er