P3-11 27-02 Un6 Gramática

BIENVENIDOS
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

BIENVENIDOS
Pon el móvil en el hotel
Cierra el ordenador
Tira el chicle a la basura
Pon el libro sobre la mesa

Slide 2 - Slide

La planificación de hoy
LET OP: S.O. Unidad 6
Vrijdag 15 maart

Gramática
Hacer ejercicios 

Slide 3 - Slide

Gramática
Presente: onregelmatige werkwoorden
de gebiedende wijs
Pretérito perfecto

Slide 4 - Slide

Presente van onregelmatige werkwoorden
Weet je het nog?
Rijtje TENER (hebben)
Rijtje QUERER (willen)

Noteer de rijtjes

Slide 5 - Slide

RIJTJE QUERER

Slide 6 - Open question

RIJTJE TENER

Slide 7 - Open question

Onregelmatige werkwoorden
Vervoeg de werkwoorden cerrar en dormir

bij cerrar -> e wordt ie
bij dormir -> o wordt ue

Dit gebeurt altijd bij de 1e, 2e, 3e en 6e vorm

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Verbos irregulares 
en el presente
e > ie (cerrar)
o > ue (dormir)
u > ue (jugar)

1e ev. + g -> (hacer -> hago)

1e ev. + g en e > ie (venir)

onregelmatig: IR 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Weet je het nog?
Gebiedende wijs
* wat is het?
* geef drie voorbeeldzinnetjes

Slide 14 - Slide

Gebiedende wijs
* wat is het?
* drie voorbeeldzinnetjes (Nederlands)

Slide 15 - Open question

Gebiedende wijs
Hoe vorm je hem?
* 2e persoon enkelvoud *MIN* -s

Voorbeeld:
CORTAR -> 2e ev: cortas
gebiedende wijs: corta

ABRIR -> 2e ev: abres
gebiedende wijs: abre

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Gebiedende wijs
Onregelmatig

-> gewoon heel goed leren!!!

Slide 18 - Slide

El pretérito perfecto
Vamos a ver un vídeo

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

El pretérito perfecto
Om te praten over dingen die in het verleden zijn gebeurd maar nog een relatie hebben met het heden. 

Dit noemen we de voltooid tegenwoordige tijd. 

Nederlands: ik ben geweest, ik heb gelopen, jullie hebben gegeten etc .


Slide 24 - Slide

El pretérito perfecto
Esta mañana                           deze ochtend
Hoy                                               vandaag
Esta semana                            deze week
Este verano                               deze zomer
Este año                                     dit jaar
Esta semana                            deze week

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Vamos a practicar
ik ben geweest
jij hebt gewoond 
hij is gegaan
wij hebben gegeten
jullie hebben geschreven
zij hebben gestudeerd

Slide 27 - Slide

Vamos a practicar
ik ben geweest -> he estado
jij hebt gewoond  -> has vivido
hij is gegaan -> ha ido
wij hebben gegeten -> hemos comido
jullie hebben geschreven -> habéis escrito
zij hebben gestudeerd -> han estudiado

Slide 28 - Slide

Hacer ejercicios
Vocabulario:
todos los ejercicios, libro y online ("Huiswerk") (p.62-63)

Gramática: 
todos los ejercicios, libro y online ("Huiswerk") (p.64-65)

Vrijdag: S.O. voor de inhalers
Afmaken vocabulario en gramática

Slide 29 - Slide

Repetición
Deze week is hij in China geweest
Ik ben deze zomer naar Spanje gegaan
Wij hebben deze week in een restaurant gegeten
Jullie hebben in Frankrijk gewoond
Heeft hij in Frankrijk gestudeerd?
Wat heb jij gedaan?

Slide 30 - Slide

Repetición
Deze week is hij in China geweest -> Esta semana ha estado en China.
Ik ben deze zomer naar Spanje gegaan -> Este verano he ido a España.
Wij hebben deze week in een restaurant gegeten -> Hemos comido en un restaurante esta semana.
Jullie hebben in Frankrijk gewoond -> Habéis vivido en Francia.
Heeft hij in Frankrijk gestudeerd? -> ¿Ha estudiado en Francia?
Wat heb jij gedaan? -> ¿Qué has hecho?

Slide 31 - Slide

Hasta la próxima vez

Slide 32 - Slide