BJ lesweek 2 paragraaf 4.3 - 4.4

Welkom
Lesweek 2
Rekenen paragraaf 4.3 - 4.4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Welkom
Lesweek 2
Rekenen paragraaf 4.3 - 4.4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Digitaal/op afstand

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Camera AAN
- camera aan HELE les
- geluid uit

 Geen camera aan = ABSENT

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe is het gegaan?

Is het gelukt ?

Welke figuren hebben jullie gemaakt?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 4   Meetkundige figuren
4.1 Vlakke en ruimtelijke figuren
4.2 Eigenschappen vlakke figuren
4.3 Lengte en omtrek
4.4 Oppervlakte
4.5 Inhoud
4.6 Gemengde opgaven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je leert rekenen met lengtematen
- Je leert de omtrek berekenen
- Je leert de oppervlakte berekenen
- Je leert rekenen met oppervlaktematen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de omtrek?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

 Lengte en omtrek
Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De eenheid van lengte is ............
A
vierkante meter (m(2))
B
kubieke meter (m(3))
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

 Lengte en omtrek
  • De eenheid van lengte is de meter.
  • De omtrek van een figuur is de lengte die je om een figuur heen meet
Omtrek is 100+50+100+50=300 meter
Hoe groot is de omtrek van dit voetbalveld?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions


Met welke som reken je de omtrek van deze rechthoek uit?
A
9 + 3 + 9 + 3 =
B
2 x 9 + 2 x 3 =
C
18 + 6 =
D
2 x 3 + 2 x 9 =

Slide 13 - Quiz

Met alle sommen bereken je het goede antwoord!
Kijk naar de afbeelding.
Wat is de omtrek van
deze driehoek?
25 cm
A
75 cm
B
62 cm
C
67 cm
D
87 cm

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Sleep het woord diameter naar de juiste plek.
Diameter

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

De omtrek van een cirkel bereken je met ......
A
omtrek = 3,14 x diameter
B
omtrek = 3,14 x straal

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Lengte en omtrek
1 kilometer = 1 x 10 x 10 x 10 = 1000 meter ( 3 stappen dus 3 nullen erbij)
1 hectometer = 1 x 10 x 10 = 100 meter (2 stappen dus 2 nullen erbij)
1 meter = 1 x 10 x 10 x 10 = 1000 mm (  3 stappen dus 3 nullen erbij)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lengte en omtrek
10000 decimeter = 1 : 10 :10 = 100 decameter (2 stappen dus 2 nullen eraf)
250 centimeter = 250 : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 = 0,0025 km ( 5 stappen dus 5 nullen eraf)
100 centimeter = 100 : 10 : 10 = 1 meter (2 stappen dus 2 nullen eraf)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel meter is 6 kilometer?

A
60
B
600
C
6000
D
60000

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

20 hm =

Elke stap van groot naar klein is 1 nul erbij. Elke stap van klein naar groot is 1 nul eraf
A
2000 m
B
20000 m
C
200 m
D
20 m

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

0,25 km =

Elke stap van groot naar klein is 1 nul erbij. Elke stap van klein naar groot is 1 nul eraf
A
2,5 m
B
250 m
C
25 m
D
2500 m

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

3,6 m =

Elke stap van groot naar klein is 1 nul erbij. Elke stap van klein naar groot is 1 nul eraf
A
36 cm
B
3600 cm
C
360 cm
D
3,6 cm

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De diameter van de cirkel is 3 cm
De omtrek van de cirkel =
3,14 (pi) x 3 cm  (diameter) = 9,42 cm (omtrek)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De straal van de cirkel is 1,5 cm
De omtrek van de cirkel =
3,14 (pi) x 3 cm  (diameter) = 9,42 cm (omtrek)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Deze week
- Paragraaf 4.3 en 4.4 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Deze week
- Paragraaf 4.3 en 4.4 

Stel ze !
VRAGEN?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

HET EINDE

Slide 29 - Slide

This item has no instructions