dag 5

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk

Slide 1 - Slide

de lijst
  • woorden of namen die onder elkaar staan
  • de lijst - de lijsten 
  • zin: Ik heb een lijst met de namen van de leerlingen.
25

Slide 2 - Slide

de man
  • de man <----> de vrouw
  • de man - de mannen
  • Als je 18 bent, ben je volwassen. Een jongen wordt dan een man en een meisje een vrouw.
  • zin: De man heeft een snor en een baard. 
26

Slide 3 - Slide

meestal
  • bijna altijd
  • meestal <---> soms
  • zin: Ik sta meestal om 7 uur op. Alleen op zondag slaap ik uit. 
27

Slide 4 - Slide

het meisje
  • het meisje <---> de jongen
  • het meisje -  de meisjes
  • het meisje is een kind
  • zin: In de klas zitten 11 meisjes en 8 jongens. 
28

Slide 5 - Slide

men
  • mensen, je weet niet precies wie
  • zin: Men eet in Nederland om 18.00 uur. 
29

Slide 6 - Slide

de mening
  • wat je vindt van iets of iemand; goed of slecht, mooi of lelijk enzovoort.
  • de mening -  de meningen
  • zin:  Iedereen heeft een eigen mening.
  • zin: De meningen zijn verdeeld.
30

Slide 7 - Slide

Noem 5 woorden van de lijst
van deze week.
5

Slide 8 - Open question

Iedereen heeft een ........ om mee te lopen.
5
A
benen
B
jas
C
lichaam
D
uiterlijk

Slide 9 - Quiz


Wat is goed?
6
A
Men heeft allemaal een eigen mening.
B
Man heeft allemaal een eigen mening.
C
Vrouw heeft allemaal een eigen mening.
D
Iedereen hebben een eigen mening.

Slide 10 - Quiz

Wat is jouw mening
over Nederland?
6
timer
1:30

Slide 11 - Open question


Wat is goed?
6
A
Ik ziet een meisje.
B
Hij zien een meisje.
C
De meisje zie een jongen.
D
Het meisje ziet een jongen.

Slide 12 - Quiz

Wat hoort er niet bij?

meestal - men - nooit - altijd
6
A
men
B
meestal
C
altijd
D
nooit

Slide 13 - Quiz

dag 5

Slide 14 - Slide