Sintquiz 1vE

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Sintquiz 1vE

Let op

Je bekijkt straks een liedje van de Sint. Kijk goed naar de beelden en let goed op de tekst. Daarna komen er een paar vragen

Maak de zin af: Jump, jump op en neer met zijn allen...

1. Kom nu springen
2. Links en rechts
3. Heen en weer
4. Kom maar binnen

Maak de zin af: Zit je lekker in je vel spring

1. dan spring spring spring
2. Dan je weet het wel
3. dan samen op de tel
4. Op en doe het snel

Op het shirt van Coole Piet staat Coole Piet, wat staat op het shirt van zijn pietenmaatje?

1. SP
2. PS
3. PIET
4. PP

Wat voor kleur bril heeft de Piet die naast hem zingt?

1. Roze
2. Blauw
3. Paars
4. Groen

FF lachen op de foto en klik! Hoeveel meisjes pieten staan er op de foto?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is een ander woord voor Stand up Comedian?

1. Cabaretier
2. Presentator
3. Showbizzman
4. Host

Waar komt Sinterklaas vandaan?

1. Turkije
2. Spanje

Wat is de figuurlijke betekenis van 'Op alle slakken zout leggen.'

1. Dat je op alles commentaar hebt
2. Dat de slak door het zout oplost

Vul aan: Wie het eerst komt, wie het eerst

1. Haalt
2. Maalt

Wat houdt: 'De kat uit de boom kijken' in?

1. Wachten tot de kat uit de boom komt
2. Even afwachten

Wat is de titel van het boek dat je net zag?

1. Het weeshuis in de zee
2. Het weeshuis verdwijnt in de zee
3. Het weeshuis in de azuur blauwe zee
4. Het weeshuis in de blauwe zee

Welk tekstdoel wilt je iets leren?

1. overhalen
2. overtuigen
3. informeren
4. instrueren

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.

tekstdoel informeren

tekstdoel overtuigen

tekstdoel amuseren

tekstdoel overhalen

tekstdoel instrueren

een nieuwsbericht over een schietpartij

recensie over mijn gelezen boek

een strip in de Donald Duck

een advertentie voor de nieuwste iPhone

spelhandleiding van UNO

tekstdoel: activeren

tekstdoel: amuseren

tekstdoel: informeren

tekstdoel: instrueren

tekstdoel: overtuigen

De schrijver wil dat je iets te weten komt.

De schrijver wil dat je je vermaakt.

De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.

De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.

De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Wat zijn hoofdzaken en bijzaken?

1. hoofdzaken: belangrijkste informatie bijzaken: minder belangrijke dingen
2. hoofdzaken: minder belangrijke dingen bijzaken: belangrijkste informatie

Bijzaken zijn belangrijker dan
hoofdzaken.

1. waar
2. niet waar

Welke 4 dingen heb je nodig om goed te kunnen plannen?

Goed kunnen plannen

Overzicht

Onthouden

Motivatie

Concentratie

Afleiding

Vergeten

Vooruit schuiven

Multitasken

Tekst

doen

niet doen

lesstof indelen

dag voor toets

3 weken plannen

makkelijkste eerst

een dag van te voren

alles op 1 dag

herhaling plannen

Maak het liedje af;

Sinterklaas wie kent hem niet,

Sinterklaas, Sinterklaas en

1. natuurlijk ook piet.
2. natuurlijk zwarte piet.
3. natuurlijk ozosnel
4. natuurlijk ook roetpiet

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

Hoe heet het paard van Sinterklaas?

1. Ozosloom
2. Ozosnel
3. Amerigo
4. Peerdje

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

Hoe heet de hoed van Sinterklaas?

1. baret
2. kroon
3. mijter
4. toupet