Les 6 Taalverzorging les 4 (17-09-2024)

Welkom A1C
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom A1C

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je leert de spelling van bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 2 - Slide

Schrijven
Schrijf over je eerste schoolweken. Hoe was de introductie? Hoe waren de eerste lessen? Hoe was de sportdag? Is er een groot verschil met de basisschool? Wat vind je leuk aan het voortgezet onderwijs en wat vind je minder leuk?

Slide 3 - Slide

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- een (spannend) boek

Slide 4 - Open question

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- een (gevaarlijk) idee

Slide 5 - Open question

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- de (aluminium) buis

Slide 6 - Open question

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- een (schoon) omgeving

Slide 7 - Open question

Typ de vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
- een (schoon) omgeving

Slide 8 - Open question

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- de (beantwoorden) vraag

Slide 9 - Open question

Typ het bijvoeglijk naamwoord:
- de (pesten) kinderen

Slide 10 - Open question

Typ de vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord:
- een (warm) douche

Slide 11 - Open question

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 12 - Quiz

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 13 - Quiz

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant

Slide 15 - Quiz

Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte

Slide 16 - Quiz

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt

Slide 17 - Quiz

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind

Slide 18 - Quiz

Nakijken
- Nakijken opd. 2,3,4,6,7 op blz. 110-111. 

Slide 19 - Slide

Aan de slag
-  Maak opd. 2,3,5,6,7,8 en 10 op blz. 112-114 in je oefenboek.
Klaar?
- Maak opd. 11,15,16 en 17 op blz. 114-115.
Klaar?
Maak opd. 1 en 3 op blz. 10.

Slide 20 - Slide

Lezen
Blz. 40

Slide 21 - Slide

Uitleg leesclub

Slide 22 - Slide

Huiswerk dinsdag 12/9 3e uur
- Maak opd. 2,3,4,6,7 op blz. 110-111 in je oefenboek.

Slide 23 - Slide

Uitleg theorie Bijvoeglijke naamwoorden

blz. 192/193

Slide 24 - Slide

Terugkijken
- Hoe vind je zinsdelen?
- Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
- Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 25 - Slide

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin?:

- Misschien heeft mijn neefje wel een voetbal gewonnen voor mij?

Misschien
heeft
mijn neefje
wel
een voetbal
gewonnen
voor mij
heeft gewonnen
pv
ow

Slide 26 - Drag question

Maak zinsdelen bij de volgende zin:

- Tijdens mijn vorige vakantie heb een ik voor mijn vriendin een nieuwe armband gekocht in een leuk winkeltje.

Slide 27 - Open question