hoofdstuk 5 spelling au/ou ei/ij
1 / 30
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
A
Geit
B
Gijt
Slide 2 - Quiz
A
Gordijn
B
Gordein
Slide 3 - Quiz
A
ijs
B
eis
Slide 4 - Quiz
A
Prei
B
Prij
Slide 5 - Quiz
A
Kreit
B
Krijt
Slide 6 - Quiz
A
Trijn
B
Trein
Slide 7 - Quiz
A
Pijl
B
Peil
Slide 8 - Quiz
A
Aardbei
B
Aardbij
Slide 9 - Quiz
A
Woestein
B
Woestijn
Slide 10 - Quiz
In het nest ligt een ..
A
ij
B
ei
Slide 11 - Quiz
Hé, je mag niet b..ten!
A
ei
B
ij
Slide 12 - Quiz
Kr..g jij ook een nieuwe pen?
A
ij
B
ei
Slide 13 - Quiz
Ik r..s met de bus.
A
ij
B
ei
Slide 14 - Quiz
K..k toch uit!
A
ei
B
ij
Slide 15 - Quiz
In het bos ligt een grote k..
A
ij
B
ei
Slide 16 - Quiz
Speel jij ook wel eens met de kl..?
A
ei
B
ij
Slide 17 - Quiz
Spelletjes spelen doe je op het pl..n!
A
ei
B
ij
Slide 18 - Quiz
Het blokje valt st..l naar beneden.
A
ei
B
ij
Slide 19 - Quiz
Dit is het ..nde van de quiz.
A
ei
B
ij
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Schrijf je het woord met
een ou of een au ?
een ou of een au ?
A
zout
B
zaut
Slide 23 - Quiz
au of ou
A
staut
B
stout
Slide 24 - Quiz
kl.......w
A
klouw
B
klauw
Slide 25 - Quiz
het is niet goed maar het is......
A
fout
B
faut
C
vout
D
foud
Slide 26 - Quiz
bij mijn patat eet ik graag
A
sauws
B
saus
C
souws
D
sous
Slide 27 - Quiz
het geen geen man maar een...
A
vrou
B
vrouw
C
vrau
D
vrauw
Slide 28 - Quiz
dit is een
A
touw
B
tau
C
tauw
D
tou
