Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie
Brief of e-mail

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zakelijke correspondentie
Brief of e-mail

Slide 1 - Slide

Zakelijke brief of e-mail.

Wanneer?

Slide 2 - Mind map

Formele taal
Formele taal is een naam voor taal die je gebruikt in meestal serieuze situaties. 
Je gebruikt het vooral als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die wat "belangrijker" zijn. 
Je gedraagt je netter en je gebruikt ook wat nettere taal. 

Slide 3 - Slide

Informele taal
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
Je gebruikt het als je praat met je ouder(s) of als je een berichtje schrijft naar bijvoorbeeld een vriend.
Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 4 - Slide

Voorbereiding zakelijke correspondentie

Slide 5 - Slide

Indeling zakelijke brief of 
e-mail

  • Eerste alinea: aanleiding / onderwerp van de brief of e-mail 
  • Kern: uitwerking van het onderwerp van de brief in één of   meerdere alinea's: compact en doelgericht.
  • Slot: wat verwacht je van de ontvanger van de brief?

Slide 6 - Slide

inleiding
kern
slot
Wat wil je en waarom? Je behandelt de verschillende kanten van je onderwerp; de deelonderwerpen. Deze zet je in een logische volgorde.
Kun je nogmaals het doel van de brief weergeven. Je schrijft precies wat je verwacht van de ontvanger. 
vertel je wat de aanleiding is voor het schrijven van je brief. Nooit beginnen met ik of mijn, dit is onbeleefd.

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Bij een informele brief gebruik je:
A
je, jij
B
altijd u
C
kan allebei

Slide 9 - Quiz

Wat betekent T.a.v.? in een zakelijke brief of e-mail?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten attentie van
D
ten attentie voor

Slide 10 - Quiz

Schrijf de plaatsnaam waar je nu bent en datum op de juiste, formele manier:

Slide 11 - Open question

Welk woord geeft aan: Hier staat het onderwerp van de brief?
A
Bijlage(n)
B
Briefhoofd
C
Slotformule
D
Betreft- regel

Slide 12 - Quiz

In een zakelijke brief moet je een 'aanhef' zetten. Wat is dat?

Slide 13 - Open question

Welke aanhef is goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot,
C
Beste Mevrouw Bakker,
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 14 - Quiz

Welke afsluitende groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend,
D
met vriendelijke groet,

Slide 15 - Quiz

Wat hoort bij een zakelijke brief
of zakelijke e-mail?
A
informele taal
B
formele taal

Slide 16 - Quiz

Wat hoort bij informele taal?
A
Het gebruik van het woord 'je'
B
Het gebruik van het woord 'u'

Slide 17 - Quiz

Hoe eindig je dus bij voorkeur een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 18 - Quiz

Opdracht
Opdracht ‘Red mijn vakantie’

Je gaat kijken naar een uitzending van Alberto Stegeman. Je ziet twee jongens die op vakantie zijn in Salou en niet tevreden zijn over het hotel. Verplaats je in de volgende situatie:
Jij bent één van de twee jongens. Je vakantie is in duigen gevallen en daarom wil je nadat je thuis gekomen bent een schadevergoeding voor het geleden leed. In het filmpje dat je te zien krijgt, kun je een aantal argumenten afleiden. Hiervan maak je aantekeningen, zodat je deze straks kunt gebruiken bij het schrijven van je brief. Daarnaast mag je nog andere argumenten gebruiken, bijvoorbeeld op basis van wat je zelf wel eens hebt meegemaakt tijdens een verblijf in een hotel of op een park.
De argumenten zullen klassikaal besproken worden. Vervolgens vul je het schrijfplan in. Dit laat je goedkeuren en daarna schrijf je de brief.

Je schrijft de brief namens jezelf aan Prettig Reizen, Postbus 1234, 1001 AA Amsterdam. Voor de datum houd je de dag aan waarop je de brief schrijft.

INLEVEREN VIA DE MAIL: DIEMERSD1




Slide 19 - Slide