Week 11 - 2M

WELKOM! 
klassenregels
  • telefoon in de telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  •  device opgeladen en gesloten bij je
  • boeken, ruitjesschrift, potlood en geo-driehoek bij je
  • spullen liggen klaar voor het begin van de les

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM! 
klassenregels
  • telefoon in de telefoontas
  • zitten volgens plattegrond
  •  device opgeladen en gesloten bij je
  • boeken, ruitjesschrift, potlood en geo-driehoek bij je
  • spullen liggen klaar voor het begin van de les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhalers
  • Regel zelf een afspraak!
  •  Voor het einde van dit blok, anders mail naar ouders, mentor en er komt in magister een 1.1 te staan
1. PO Elektriciteit
2. Toets Periode 2 - Elektriciteit
3. PO Hefboom

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Studieplanning
Week 11, nog 3 weken tot toetsweek 3 (nog 2 lessen)

Periodeplanning
Hoofdstuk 8: Kracht en Beweging - p 162
2 cijfers
- PO: Praktische opdracht (in de week voor de voorjaarsvakantie)
- Toets over H8 (in de toetsweek)
Zorg dat je alles begrijpt. Iets niet helemaal duidelijk? Vragen!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Is hier snelheid te zien?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Start van de les

  • Hoe bepaal je de stopafstand van een auto?
  • Waar is deze afhankelijk van?

Slide 5 - Slide

Energizer
Demo
Klassikale uitleg
Zijn er vragen over het huiswerk?
Welke opgaven vond je lastig?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk: Selectie van vragen
HW opgaven: paragraaf 8.3: 18 t/m 29 p140
  • 18: Formule snelheid? Wat is deze in woorden
  • 19: minuten omrekenen naar uren. Hoe doe je dat?
  • 20: minuten omrekenen in seconden. Hoe doe je dat?
  • 22: oefening - hoe moet je dit uitrekenen. Wat zijn de snelheden van de bus en de fiets?
  • 23: snelheid bus berekenen in km/h
  • 24: snelheid hardlopen berekenen in m/s
  • 25: snelheid van water in een rivier berekenen, tijd omrekenen (is deze snelheid constant?)
  • 26: verkeerscontrole, minuten naar uren
  • 27: snelheid vliegtuig, snelheid omrekenen. m/s naar km/h. Hoe doe je dat?
  • 28: snelheid skater, snelheid omrekenen km/h naar m/s. Hoe doe je dat?
  • 29: omrekenen van snelheden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Deze les: 8.3 Kracht en beweging
  • Hoe ontstaat beweging?
  • Welke krachten werken tegen?
  • Welke krachten werken als je fietst?
  • Wat is snelheid?
  • Hoe reken je minuten om naar uren?
  • Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
  • Hoe reken je snelheden om (km/h naar m/s)
  • 8.4: Hoe kan je de stopafstand van een auto berekenen? = HW

Laatste 20 minuten: Maken huiswerk 8.4: opgaven 18 t/m 29

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
A
tijd x afstand
B
tijd ÷ afstand
C
km x uur
D
afstand ÷ tijd

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Met welke formule bereken je gemiddelde snelheid
A
Vgem=TS
B
Vgem=ST
C
S=TV
D
S=VgemT

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een fietser rijdt 2 uur lang met een snelheid van 20 km/h. Welke afstand legt de fietser af?
A
20 km
B
40 km
C
60 km
D
80 km

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Auke rijdt een afstand van 20 km. Hij is 15 minuten onderweg. Hoe hard heeft hij gereden?
A
20 km/h
B
40 km/h
C
80 km/h
D
1,33 km/h

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je de snelheid
  • De formule van snelheid = afstand gedeeld door tijd
  • Natuurkundig is dat v = s / t

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: Weerstand en snelheid
  • Waarom moet je trappen om te fietsen? 
  • LuchtWEERSTAND, rolWEERSTAND, schuifWEERSTAND
  • Wat is Newton?
  • Het effect van een kracht (pijlen voor- en achteruit)
  • Wat is de Netto-kracht (som van twee krachten)
  • versnellen, constante snelheid, vertragen, remmen
  • Kracht meten met een krachtmeter (een veerunster)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe reken je km/uur om naar m/s en andersom

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je snelheid meten?
  • met een snelheidsmeter (in je auto, op je fiets of met je telefoon)
  • door een afstand en een tijd te meten en deze op elkaar te delen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten maken 
Wat: Maak opgaven 2 t/m 8 en 11 t/m 14 uit het werkboek pagina 145
Hoe: Zelfstandig werkend
Hulp: Eerst overleggen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: een s/t diagram aflezen en tekenen en de snelheid herkennen. 
Klaar: Kijk vrolijk naar een buur of ga verder aan de slag met Test Jezelf in het werkboek op pagina 156 en Rekenvaardigheid op pagina 158. Dit is een goede voorbereiding voor de toets
timer
20:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afronding en Huiswerk
Deze les:
  • Leerdoelen: Je weet hoe beweging ontstaat; Je weet welke krachten tegenwerken; Je kunt uitleggen welke krachten werken als je fietst; Je kunt vertellen wat snelheid is; Hoe je gemiddelde snelheid uitrekent; Je weet hoe je snelheden (km/h en m/s) om kunt rekenen.
  • Begrippen: gemiddelde snelheid, aflezen afstand/tijd (s-t)-grafieken
  • HW maken opgaven: paragraaf 8.4: 2 t/m 8 en 11 t/m 14 p145
  • Volgende week:  Samenvatting van het hele hoofdstuk

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
  • reageer je altijd even snel
  • reactie en remmen
  • maak een grafiek (tabel maken met unieke gegevens)
  • hoe maak je ook alweer een grafiek
  • Wat is Moment (kracht * arm)
  • volgende week - HW lezen paragraaf 8.5 - Veiligheid
  • Opdracht maak een samenvatting van het hoofdstuk - de beste krijgt een zak paaseieren
  • maken begrippenlijst voor de lln met daarin de formules

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag: Per tweetal poster maken
  • WAT: Lees paragraaf 8.4 een door de docent gekregen alinea - grondig. 
  • HOE: Lees de paragraaf die je van de docent moet lezen en maak daarvan op het uitgedeelde A3 een poster zodat de klas begrijpt WAT jij hebt geleerd. Gebruik daarbij de VET-gedrukte woorden uit de tekst en maak eventueel tekeningen
  • HULP: fluisterend overleggen
  • TIJD: 20 minuten
  • KLAAR: Ga verder met paragraaf 8.3 : 2 t/m 17 op pagina 137 = HW
  • DAARNA: tweetallen presenteren aan de klas
timer
20:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag: Klassikaal lezen 8.3
  • WAT: Lees paragraaf 8.3 helemaal - iedereen. 
  • HOE: Lees zelfstandig de hele paragraaf door en noteer daarbij woorden die VETgedrukt zijn in je schrift. Doe dit ook met de woorden die je niet begrijpt
  • HOE: Allemaal, in stilte
  • HULP: Nee
  • TIJD: 15 minuten
  • KLAAR: Ga aan de slag met de opgaven paragraaf 8.3 : 2 t/m 17 op pagina 137. Dit is ook het huiswerk (HW) voor na de vakantie
timer
20:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Meten en rekenen




zwaartekracht berekenen:


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

YouTube
  • krachten tekenen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

  • welke krachten werken in onderstaande tekening?
  • Welke drie eigenschappen hebben de getekende krachten?
  • Welke informatie mist om te kunnen zeggen hoe groot de krachten zijn?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Schooltas
  • Waarom draag je jouw schooltas op je rug?
  • Wedstrijd - schooltas Uitgestrekte arm

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is een hefboom?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat is een hefboom?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zitten bij een hefboom de armen altijd aan verschillende kanten van het draaipunt?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Wat is de formule van de hefboomwet?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Bereken de massa van een voorwerp met een zwaartekracht van 23 N

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

De arm van de werkkracht is 4x zo klein als die van de spierkracht.
Bij evenwicht is de spierkracht:
A
4x zo groot als de werkkracht
B
4x zo klein als de werkkracht
C
2x zo groot als de werkkracht
D
2x zo klein als de werkkracht

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions