Snappen we B1, B2 en ES8?

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waar in de grafiek vindt géén fotosynthese plaats?
A
Punt 0
B
Punt P
C
Tussen punt 0 en P
D
Vanaf punt R

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Welke cel zal de meeste mitochondriën hebben?
A
Een huidcel
B
Een wangslijmvlies cel
C
Een spiercel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke diergroepen zijn warmbloedig?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions


A
Koudbloedig
B
Warmbloedig

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De verbranding in cellen is afhankelijk van de lichaamstemperatuur.

Bij welke dieren zal er meer verbranding plaatsvinden als de temperatuur laag is?
A
Bij koudbloedige dieren
B
Bij warmbloedige dieren
C
Bij beiden vind evenveel verbranding plaats

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een egel en een eekhoorn zijn ongeveer even groot. Een egel houdt een winterslaap; een eekhoorn niet.
Welk van beide dieren heeft in de winter de meeste energie nodig en waarom?


A
De egel, want die is koudbloedig en de eekhoorn niet
B
De egel, want die heeft veel energie nodig voor de winterslaap
C
De eekhoorn, want die is warmbloedig en de egel niet
D
De eekhoorn, want die heeft veel energie nodig om actief te zijn

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Romeo heeft twee glazen met daarin helder kalkwater.
In beide glazen laat hij een gas door het kalkwater gaan.
In glas 1 is het gas koolstofdioxide
In glas 2 is het gas zuurstof
Wat gebeurt er?
A
beide glazen blijven helder
B
Beide glazen worden troebel
C
glas 1 troebel glas 2 helder
D
glas 1 helder glas 2 troebel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Marlon: Verbranding vindt plaats in elke cel van je lichaam.
Gerard: In plantencellen vindt geen verbranding plaats.
A
Beiden hebben gelijk
B
Marlon heeft gelijk
C
Gerard heeft gelijk
D
Beiden hebben ongelijk

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, hun basale stofwisseling is bij gelijke buitentemperatuur hoger dan de basale stofwisseling van koudbloedige dieren.

Een kikker is dus koudbloedig, een muis warmbloedig.

Bij koudbloedige dieren geldt: hoe warmer, hoe actiever, dus hoe hoger de stofwisseling.

Een kikker in een ruimte van 20 graden heeft een hogere temperatuur dan een kikker in een ruimte van 5 graden en de kikker bij 20 graden is dus actiever dan de kikker bij 5 graden.

Bij warmbloedige dieren is er juist meer verbranding als de buitentemperatuur lager is, het kost meer energie om zichzelf warm te houden.

De muis bij 5 graden verbruikt meer energie dan de kikker bij 20 graden, dus in die bak zal de zuurstof het snelst afnemen.

De kikker bij 5 graden heeft het minste energie nodig, dus het minste verbranding, dus daar zal het minste CO2 aanwezig zijn.