mavo 3 - periode 4 ex.idioom chapitre 7 et 8

Bienvenue Mavo 3!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue Mavo 3!

Slide 1 - Slide

PROGRAMME
Examenidioom chapitre 7 et 8



Aan het eind van de les:
- ken ik Franse woorden die te maken hebben met hobby's en sport;
- ken ik Franse woorden die te maken hebben met vervoer en reizen;

Slide 2 - Slide

Chapitre 7: Le transport et les voyages

Chapitre 8: Les loisirs et le sport

Slide 3 - Slide

Wat betekent:
- loisirs
- le transport
- les voyages

Slide 4 - Open question

Les loisirs et le sport
  1. un habitué
  2. une randonnée
  3. vaincre
  4. une émission
  5. allumer
  6. une promenade
  7. participer à 
  8. le cyclisme
  9. assister à
  10. plaisanter
  11. le concours
  12. battre

  1. het wielrennen
  2. verslaan
  3. deelnemen aan, meedoen
  4. een wandeling
  5. een vaste gast
  6. verslaan, overwinnen
  7. aanzetten, aandoen
  8. aanwezig zijn
  9. grappen maken
  10. de wedstrijd
  11. een tocht, een trektocht
  12. een (televisie) uitzending

Slide 5 - Slide

Les loisirs et le sport
  1. le stade
  2. un arbitre
  3. la défense
  4. tirer
  5. l'équipe
  6. perdre
  7. gagner
  8. pousser
  9. une interruption
  10. remplacer
  11. rejeter
  12. célèbre

  1. teruggooien
  2. schieten
  3. beroemd
  4. verliezen
  5. een onderbreking
  6. het stadion
  7. duwen
  8. een scheidsrechter
  9. het eam
  10. winnen
  11. vervangen
  12. de verdediging

Slide 6 - Slide

Les loisirs et le sport
  1. le but
  2. plonger
  3. avoir lieu
  4. avoir l'intention de 
  5. une ambiance
  6. le spectateur
  7. une victoire
  8. le membre
  9. encourager

  1. een overwinning
  2. aanmoedigen
  3. van plan zijn
  4. het lid
  5. het doel, de bedoeling
  6. duiken
  7. een sfeer
  8. plaatsvinden
  9. de toeschouwer
timer
5:00

Slide 7 - Slide

NL - FR!
  1. de hobby, de hobby's
  2. aan sport doen
  3. spelen (+ balspel)
  4. bespelen (+ instrument)
  5. de training
  6. een wedstrijd
  7. een kaartje, een entreekaartje
  8. zich redden
  9. vallen
  10. het zwembad
  11. vrij
  12. een voorstelling
  13. een tijdschrift
  14. het lezen
  15. niets bijzonders 
  1. un match
  2. libre
  3. les loisirs
  4. rien de spécial
  5. un billet
  6. se débrouiller
  7. la piscine
  8. pratiquer un sport
  9. la lecture
  10. jouer du/de la (+ instrument)
  11. un magazine
  12. jouer au (+balspel)
  13. la piscine
  14. l'entraînement
  15. un spectacle 
timer
5:00

Slide 8 - Slide

NL - FR!
  1. met het vliegtuig
  2. met de boot
  3. te voet, lopend
  4. het VVV-kantoor
  5. een folder
  6. het buitenland
  7. de grens
  8. de bagage
  9. de vakantie
  10. zijn met .. personen
  11. reserveren van .. tot .. 
  12. een identiteitsbewijs
  13. de rondleiding

  1. une pièce d'identité
  2. les bagages
  3. être ..
  4. en avion
  5. la visite guidée
  6. en bateau
  7. la frontière
  8. les vacances
  9. réserver du .. au ..
  10. l'office de tourisme
  11. la frontière
  12. à pied 
  13. un prospectus, un dépliant 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Choisis le bon mot.

Demain, nous allons ______________ un concert de mon chanteur favori.
A
avoir lieu
B
allumer
C
encourager
D
assister à

Slide 10 - Quiz

Choisis le bon mot.

Il est temps de ______________ le pneu de mon vélo.

*le pneu = de band
A
remplacer
B
allumer
C
encourager
D
vaincre

Slide 11 - Quiz

Choisis le bon mot.

Tout le monde est venu pour ______________ les cyclistes au mont Ventoux.
A
le concours
B
allumer
C
encourager
D
vaincre

Slide 12 - Quiz

Examenidioom
  1. met het vliegtuig 
  2. een ticket
  3. de grens
Vertaal het woord naar het Frans en maak er een kloppende zin mee.

1. ...
2. ...
3. ...

Slide 13 - Slide

AU TRAVAIL


Examenidioom - chapitre 7 

Slide 14 - Slide

AU TRAVAIL
Examenidioom 

Chapitre 7: Cliquez-ici

Chapitre 8: Cliquez-ici

Slide 15 - Slide

Leesvaardigheid
Welke oplossing hoort bij welk raadsel?
Let op: je houdt één (foute) oplossing over.
a une grenouille
b un lit
c un parapluie
d un timbre
e la pêche

Slide 16 - Slide

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.

B - D - A - C
timer
2:00

Slide 18 - Slide

Parler
Formulez des questions avec les infos ci-dessous:
  • nom
  • age
  • anniversaire
  • domicile
  • famille
  • classe
  • matière préférée
  • matière détestée
  • sport

Slide 19 - Slide

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
Vul de volgende zin aan in de uitwerkbijlage:
Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende …

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
Noem twee andere voordelen van kartonnen tenten (alinea 2).

Vraag 5: Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de
laatste alinea.
  1. Kartonnen tenten bieden bescherming aan de festivalgangers, zelfs wanneer
    het hard regent.
  2. De twee Nederlandse ontwerpers vragen op hun website 15 euro per tent.
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
(Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende) troep/afval achterblijft / tenten worden
weggegooid/achtergelaten. 

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
  1. ze beschermen tegen kou
  2. ze zijn makkelijk uit te delen
  3. je kunt je naam op de tent/erop zetten (zodat je je tent makkelijk kunt
    (terug)vinden)
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 22 - Slide