This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Op HAVO en VWO kun je ca. 13 teksten verwachten en ca. 42 vragen. Je hebt gemiddeld 3 minuut per vraag. Als je nog wat controletijd (ca. 15 minuten) over wilt houden heb je ongeveer 3 minuten per vraag.
Slide 2 - Slide
Probeer controletijd na afloop vrij te houden. Daarin kun je dan twijfelvragen nog eens bekijken.
Slide 3 - Slide
Kom je in tijdnood? Moet je dingen gaan overslaan? Kies dan voor teksten met meerdere vragen en meerdere punten. Dat levert je meer op dan
Slide 4 - Slide
Je hebt altijd vragen waar je enorm twijfelt over het antwoord. Vul ze altijd toch meteen in. Kom je aan het einde in tijdnood, dan heb je de vraag in elk geval beantwoord.
Slide 5 - Slide
meerkeuzevragen ABCD vragen
lees ALTIJD eerst alleen de vraag, dan het tekstgedeelte en dan pas de antwoordalternatieven
antwoordalternatieven staan in alfabetische volgorde
baseer je antwoord op de tekst ( jouw mening/kennis is niet belangrijk)
Gebruik duidelijke verwijswoorden. Voorbeeld: zegt dr. Müller iets , vermeld dan ook dr. Müller en niet hij.
Slide 19 - Slide
Solidarische Vierbeiner
5H 2022-2-1
Slide 20 - Slide
“den vertrauten Sound der Müdigkeit” (voorlaatste zin). Wat wordt daarmee concreet bedoeld in deze tekst?
Slide 21 - Open question
Langer Atem
5H 2022-3-1
Slide 22 - Slide
Welke gebeurtenis is de vermoedelijke aanleiding voor het schrijven van dit artikel?
Slide 23 - Open question
“und es werden immer mehr” (regel 3-4) In welke zin wordt die groeiende belangstelling verklaard? Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin.
Slide 24 - Open question
Als er naar een voorbeeld of een deskundige wordt gevraagd
Slide 25 - Slide
slepen: expertvraag of voorbeeld
Laut dr. Müller
expertvraag
voorbeeld
etwa, so
naam
plaats
getal
%
data
naam in vraag
concreet
illu-streert
" "
Konjunktiv
(sei,habe, wäre
Slide 26 - Drag question
scanvraag
Lees de vraag nauwkeurig+ onderstreep kernwoorden
Bedenk waar je het antwoord verwacht (tussenkopjes/eerste zin/laatste zin?)
Lees de stukjes tekst waar het antwoord kan staan
Deze vragen zijn meestal aan het eind van je examen
het antwoord kan nee, zijn al is dat minder dan 20 %
Slide 27 - Slide
Der Durchschnittsdeutsche …
5H 2022-1-11
Slide 28 - Slide
Hoeveel tijd brengen Duitsers per dag gemiddeld door met lezen?
Slide 29 - Open question
Hoeveel geven Duitsers per maand gemiddeld uit aan boeken?
Slide 30 - Open question
Voedsel dat over is, wordt meestal weggegooid. Wat kan er nog meer met overgebleven voedsel worden gedaan volgens de tekst? Citeer het betreffende zelfstandig naamwoord.
Slide 31 - Open question
Zijn de prijzen hiervan in 2015 gedaald of gestegen? En met welk percentage? Vul de volgende zin op het antwoordblad aan: