H4 Ongelijkheid - Herhalingsles

Oefentoets H4.1 / 4.3 Ongelijkheid
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets H4.1 / 4.3 Ongelijkheid

Slide 1 - Slide

Welkom 1e
Wat gaan we doen vandaag:
Ophalen hoofdstuk 4
Gezamenlijke ''oefentoets'' via LessonUp
Tijd om te leren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke driedeling kun je maken als je de wereld indeelt naar ontwikkelingsgraad?
A
arm-gemiddeld-rijk
B
koplopers-volgers-achterblijvers
C
centrum-semiperiferie-periferie
D
centrumlanden - BRIC's -landenontwikkelingslanden

Slide 4 - Quiz

Welke sector van economische activiteit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Informeel

Slide 5 - Quiz

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 6 - Drag question

Hoeveel geld je minimaal per dag nodig hebt om van te leven.
A
BBP/hoofd
B
Welvaart
C
Armoedegrens
D
Welzijn

Slide 7 - Quiz

Welke bewering over het BNP/BBP per hoofd klopt?
A
In arme landen hebben mensen een hoog BBP per hoofd
B
In Nederland heeft de gemiddelde inwoners een laag BBP per hoofd
C
In Duitsland werken veel mensen in de diensten en is het BBP per hoofd hoog
D
In het continent Afrika zijn geen landen met een hoog BBP per hoofd

Slide 8 - Quiz

Geef aan of het volgende kenmerk gaat over Periferie, semi-periferie of centrum:
Fabrieken
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 9 - Quiz

Geef aan of het volgende kenmerk gaat over Periferie, semi-periferie of centrum:
Landbouw
A
Periferie
B
Semi-Periferie
C
Centrum

Slide 10 - Quiz

Geef aan of het volgende kenmerk gaat over Periferie, semi-periferie of centrum:
Kantoren
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 11 - Quiz

Centrum, Periferie of Semi-periferie?
A
Centrum
B
Periferie
C
Semi-periferie

Slide 12 - Quiz

Periferie betekent?
A
Rijke landen met een hoog HDI
B
Arme landen met een lage HDI.
C
Arme landen met een hoog HDI
D
Rijke landen met een laag HDI

Slide 13 - Quiz

Welvaart
Welzijn
BBP/hoofd
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht

Slide 14 - Drag question

Het officiële deel van de economie.

Slide 15 - Open question

Meest ontwikkelde landen

Slide 16 - Open question

Hoeveel je kunt kopen van één dollar

Slide 17 - Open question

Geeft aan hoeveel procent van de bevolking kan lezen en schrijven

Slide 18 - Open question

Om het welvaart van een land te meten kijken we naar de volgende manieren (zie 4.2).
1.
2.
3.
.
.
.
bbp/hoofd
welzijn
verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
koopkracht
alfabetiseringsgraad

Slide 19 - Drag question

Welke soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 20 - Quiz

Welvaart berekenen we o.a. met het bbp/hoofd.
Wat is hier een nadeel van?

Slide 21 - Open question

Wat voor soort ongelijkheid zie je hier?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 22 - Quiz

Welk van de onderstaande antwoorden hoort niet bij welzijn?
A
BBP of BNP per hoofd
B
Levensverwachting
C
Alfabetisme
D
Gezondheidszorg

Slide 23 - Quiz

Mensen in de beroepsbevolking kunnen in verschillende officiële sectoren werken.
Welke hoort er niet bij?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Scharreleconomie

Slide 24 - Quiz

De BRICS-landen zijn landen die steeds meer welvaart krijgen en zich ontwikkelen. Tot welke groep landen kun je deze rekenen?

Slide 25 - Open question

Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of regionale ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 26 - Quiz

Centrum
Semiperiferie
Periferie

Slide 27 - Drag question

Waarom is onderwijs zo belangrijk om de welvaart te laten toenemen?

Slide 28 - Open question

Een ander woord voor een arm land is....?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Periferie
B
Centrum
C
Koploper
D
Ontwikkelingsland

Slide 29 - Quiz

De welvaart in dit land is...
A
Afgenomen
B
Gelijk gebleven
C
Toegenomen

Slide 30 - Quiz


A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Welk soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide

Slide 33 - Quiz

Wat betekent BRP?
A
Bruto inkomen van een land
B
Bruto inkomen per regio per hoofd
C
Bruto inkomen van een regio
D
Bruto inkomen per land per hoofd

Slide 34 - Quiz

Formele sector
Informele sector

Slide 35 - Drag question

Aan de slag
Wat kan je doen:
Leren via quizlet (magister)

Slide 36 - Slide

Formele sector
Informele sector
Sleep de woorden naar het juist sector:
Informele sector
Auto's wassen
Minister
Automonteur
Oppassen
Rommelmarkt verkopen
Onderwijzer

Slide 37 - Drag question