Keuzedeel hulpmiddelen

Hulp bieden bij het verplaatsen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Hulp bieden bij het verplaatsen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les 
Wat hebben we de vorige les gedaan?
Wat heb je nog onthouden?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel
Doelen
42) Je toont basiskennis rondom het gebruik van een rolstoel 
44) Je toont basiskennis rondom het gebruik van een wandelstok, elleboogkruk en driepoot. 
45) Je toont basiskennis rondom het gebruik van een rollator
46) Je toont basiskennis rondom een glijzeil 
51) Je toont basiskennis m.b.t. een draaischijf. 
76) Je gebruikt een passieve tillift
77) Je gebruikt een actieve tillift. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Wat is transfer?
  • Welke hulpmiddelen hebben we?
  • Rolstoel en rollator 
  • Praktijkopdrachten
  • Opdrachten uit het boek
  • Evaluatie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een transfer?

A
een botziekte met vergroeiingen
B
Het verplaatsen van iemand
C
een hulpmiddel voor halfzijdige verlamming
D
een onderdeel van de rolstoel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er ervaring met transfers?
A
Ja, ik
B
Nee, ik niet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Zorgverlener versus zorgvrager
Zorgverlener = degene die zorg biedt (artsen, apotheken, verpleegkundige etc)
 

Zorgvrager = degene die zorg vraagt (patiënt, klant en cliënt)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Werkhouding
Een goede werkhouding is belangrijk in alle beroepen. Bij een goede werkhouding voorkom je lichamelijke klachten.

Een werkgever is verplicht om te voldoen aan een veilige en een gezonde leefomgeving.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ergonomie

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Goed contact 

Goed contact tussen jou en de zorgvrager is belangrijk. 

Een zorgvrager moet jou kunnen vertrouwen bij het verplaatsen. 

Hoe kan jij communiceren

Slide 10 - Slide

hoe communiceer je het best?
- jezelf voorstellen
- vragen hoe de client zich voelt
We hebben verschillende hulpmiddelen voor het verplaatsen van cliënten.
Zoals;
- Rollator
- Rolstoel
- Krukken
- Driepoot (wandelstok)
- Passieve tillift
- Actieve tillift
- Glijzeil
- Draaischijf hard en zacht

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Transfer hulpmiddelen
Er zijn tal van hulpmiddelen...

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Presentatie maken
Presentatie over de verschillende hulpmiddelen bij het verplaatsen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Rollator 
Een rollator kan positieve bijdrage leveren aan de mobiliteit van een persoon.
 

Wat is mobiliteit?

Slide 14 - Slide

mobiliteit betekent letterlijk beweeglijkheid. Dat je kan bewegen door te fietsen te lopen etc.
PROTOCOL ROLLATOR KAN JE VINDEN IN DE MAP MET OPDRACHTEN 

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Rolstoel
Een rolstoel is een vervoermiddel voor mensen die slecht of niet kunnen lopen.
Er bestaan verschillende soorten rolstoelen. Welke rolstoel geschikt is, hangt af van allerlei factoren.
- Een duwrolstoel: iemand moet de rolstoel duwen.
- Een handbewogen rolstoel: rolstoel met twee grote wielen. De gebruiker kan zich zelfstandig verplaatsen door met de handen aan de hoepels aan de wielen te draaien.
- Een elektrische rolstoel: rolstoel kan bestuurd worden door middel van een joystick. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Opdracht rolstoel

Een cliënt wil heel graag van haar/zijn bed naar een rolstoel en wil daarna een rondje 'lopen' door de klas heen.


In groepjes van drie voer je de opdracht rolstoel uit. 
Student 1: cliënt
Student 2: servicemedewerker
Student 3: observator.   


Opdracht rollator

Een cliënt krijgt een rollator van de thuiszorg. De cliënt weet niet hoe hij/zij een rollator moet gebruiken. Help de cliënt bij het gebruik van de rollator. Neem daarbij eerst het protocol door en bekijk nogmaals het filmpje van een rollator.
In groepjes van twee
Student 1: cliënt
Student 2: servicemedewerker 
Student 3: observator 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Stel jezelf voor
  • Vertel wat je gaat doen
  • Zet alles wat je nodig hebt binnen handbereik (rollator)
  • Zet alle hulpmiddelen die je gaat gebruiken op de rem
  • Til alleen als het echt nodig is, achterhaal wat de zorgvrager zelf kan (redzaamheid stimuleren)
  • Vertel iedere stap die je uitvoert
  • Spreek een teken af met de zorgvrager
  • Til vanuit je knieën.
  • Vraag indien nodig om hulp

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Na de praktijkopdrachten
Heb je de praktijkopdrachten geoefend? Werk nu verder uit je online werkboek

Werkboekopdrachten (online)
Blz 366 t/m 273
Opdracht 1 t/m 11
Theorieboek
Blz 277 t/m 294

timer
30:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van je eigen inzet tijdens de les?
010

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Heb je tips en/of tops voor de docent?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions